Gebruik een andere kleur pen. Corrigeer je antwoord, indien fout.
Heb je een vraag?
Steek je vinger op!
Slide 6 - Tekstslide
Opdracht 2 blz. 28
1. pv = brak
ow = ik
2. pv = heeft
ow = Annelinde
3. pv = wordt
ow = cola light
4. pv = hebben
ow = Yentle en Celicia
5. pv = krijgt
ow = mijn tachtigjarige opa
6. pv = moet
ow = iedereen
Slide 7 - Tekstslide
Opdracht 3 blz. 29
[titel pv = krijgen
ow = tweelingbroers]
gez. = krijgen
1. pv = zijn
ow = twee tweelingbroers
gez. = zijn geworden
2. pv = werden
ow = de baby’s
gez. = werden geboren
Slide 8 - Tekstslide
Opdracht 3 blz. 29
3. pv = wonen
ow = Ofir en Jariv Miller
gez. = wonen
4. pv = heeft
ow = de tweeling
gez. = heeft
5. pv = bracht
ow = Ofirs vrouw
gez. = bracht
Slide 9 - Tekstslide
Opdracht 3 blz. 29
6. pv = beviel
ow = de vrouw van Jariv
gez. = beviel
7. pv = ziet
ow = de vrouw
gez. = ziet
8. pv = hebben
ow = de tweelingbroers
gez. = hebben gezorgd
Slide 10 - Tekstslide
Opdracht 3 blz. 29
9. pv = zagen
ow = de zusters
gez. = zagen staan
10. pv = begrepen
ow = ze
gez. = begrepen
Slide 11 - Tekstslide
Opdracht 4
1 gez. = zou willen zien
2 gez. = heeft kunnen uploaden
3 gez. = konden verdergaan skaten
4 gez. = heeft laten liggen
5 gez. = zal gaan maken
6 gez. = kan hebben gehoord
Slide 12 - Tekstslide
Persoonsvorm
Hoe vind je de persoonsvorm in een zin?
Ik wil vandaag Nederlandse les volgen.
Slide 13 - Tekstslide
Persoonsvorm vinden
Ik wil vandaag Nederlandse les volgen
Vraagproef Wil jij vandaag Nederlandse les volgen?
Tijdproef Ik wilde vandaag Nederlandse les volgen
Slide 14 - Tekstslide
Persoonsvorm vinden
Ik wil vandaag Nederlandse les volgen
Vraagproef Wil jij vandaag Nederlandse les volgen?
Tijdproef Ik wilde vandaag Nederlandse les volgen
Slide 15 - Tekstslide
Onderwerp
Hoe vind je het onderwerp in een zin?
Ik wil vandaag Nederlandse les volgen.
Slide 16 - Tekstslide
Onderwerp vinden
Ik wil vandaag Nederlandse les volgen
Wie of wat + pv Wie wil?
Slide 17 - Tekstslide
Onderwerp vinden
Ik wil vandaag Nederlandse les volgen
Wie of wat + pv Wie wil?
Slide 18 - Tekstslide
Gezegde
Hoe vind je het gezegde in een zin?
Ik wil vandaag Nederlandse les volgen.
Slide 19 - Tekstslide
Gezegde vinden
Ik wil vandaag Nederlandse les volgen
Alle werkwoorden uit de zin
Slide 20 - Tekstslide
Gezegde vinden
Ik wil vandaag Nederlandse les volgen
Alle werkwoorden uit de zin:
Gezegde = wil volgen
Slide 21 - Tekstslide
Volgorde benoemen zinsdelen
1. Noteer de persoonsvorm 2. Zoek het onderwerp 3. Zoek het gezegde
Slide 22 - Tekstslide
Zelfstandig werken
Maak: blz. 29 Opdracht 5 Heb je een vraag? Steek je vinger op!
Ben je klaar? Lees theorie op blz. 30 en maak opdracht 1 en 2 OF ga lezen in je leesboek.
timer
5:00
Slide 23 - Tekstslide
Samengestelde zinnen
Twee persoonsvormen!
Samengestelde zin heeft een voegwoord.
Slide 24 - Tekstslide
Voegwoorden
En
Terwijl
Omdat
Zodat
Nadat
Als
Toen
Want
Maar
Of
Dus
Slide 25 - Tekstslide
Zelfstandig werken
Maak: blz. 30 Opdracht 1 t/m 3 Heb je een vraag? Steek je vinger op!
Ben je klaar? Maak opdracht 4 OF ga lezen in je leesboek.
timer
5:00
Slide 26 - Tekstslide
Woordenspel
Je krijgt een letter. Je krijgt een categorie. Je krijgt 2 minuten. Schrijf zoveel mogelijk woorden in die categorie op met die letter. Het groepje met de meeste juiste woorden, krijgt een punt! Het groepje met de meeste punten wint!