LJ1- 1.5 werkwoorden / 1.4 Weet je het nog? WWG en Ond

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

	Vak: Nederlands Hoofdstuk: LJ 1 - 1.5 / LJ 2 1.4
1.	Lesopening
2.	Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen
3.	Arrangementen + Mini-check
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

 LJ1: Pak je boek van Nederlands op tafel op bladzijde 22.

LJ2: Pak je boek van Nederlands op tafel op bladzijde 24.  Jullie gaan zelfstandig 1.5 weet je nog? WWG en ond maken.

Opdracht 10 t/m 12. Ben je klaar dan lever je je schrift in, want wij kijken dat na. Daarna ga je in stilte lezen. 

Huiswerkcontrole 

2. Lesdoel

Aan het eind van deze les:

- kun je uitleggen wat een werkwoord is

- kun je alle werkwoorden vinden in een zin 

- Kun je goede zinnen schrijven waarin je de werkwoorden op de goede manier gebruikt. 

Leergebiedoverstijgende doelen:

Denkvermogen

- Weegt oplossingen tegen elkaar af

- Kiest beargumenteerd een oplossing

3. Arrangementen + mini-check

Verdiept arrangement (8 gemiddeld of hoger): Niemand

Iedereen doet mee met de mini-check. 

Sleep de woorden naar de juiste plaats.

geen werkwoord

werkwoord

drinken

paarden

bijten

stoelen

dingen

plakken

Wat is het werkwoord in onderstaande zin?

Wij werken graag thuis op de computer.

1. wij
2. werken
3. graag
4. computer

Wat is het werkwoord in onderstaande zin?

Pieter haalt drinken in de supermarkt.

1. Pieter
2. haalt
3. drinken
4. supermarkt

Hoeveel werkwoorden staan er in deze zin?

Marieke heeft een granaat gevonden in de speeltuin.

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Wie maakt wat? 

Had je 3 van de 4 vragen van de mini-check goed? Dan mag je zelfstandig aan het werk. 
Je maakt opdracht 10, 11, 14, 15 en 17 op blz 22 t/m 24.

De rest doet mee met de instructie. 

4. Instructie LJ1

Werkwoorden zijn doe-woorden. Ze vertellen wat er gebeurt of wat iets of iemand doet. Zonder werkwoord heb je geen goede zin. 

Hele werkwoorden: spelen, schijnen, draaien, lopen, fietsen ect. 

Werkwoorden

3 soorten werkwoorden:

• persoonsvorm
• voltooid deelwoord
• hele werkwoord

Het hele werkwoord

Kun je altijd we of ze voor zetten

meervoud 

eindigt meestal op -en

zingen, dansen, lopen, rennen, staan, doen

5. Begeleid inoefenen

6. Zelfstandig werken LJ1

Je maakt zelfstandig opdracht 10, 11, 14, 15 en 17 op blz 22 t/m 24.

Ben je klaar?

Dan kijk je de opdrachten na.

Daarna pak je een boek en ga je in stilte lezen. 

7. Evaluatie LJ1

Hoe ging de les?

Zijn er nog opdrachten waar je moeite mee hebt?

- kun je uitleggen wat een werkwoord is?

- kun je alle werkwoorden vinden in een zin?

- Kun je goede zinnen schrijven waarin je de werkwoorden op de goede manier gebruikt?

7. Evaluatie LJ2

Hoe ging de les?

Heb je nog vragen of vind je nog iets lastig? 

- Kun je het werkwoordelijk gezegde vinden in een zin?

- Kun je het onderwerp vinden in een zin?

Huiswerk & Toetsen

Huiswerk LJ1: 

Donderdag 22 september

1.5 opdracht 10, 11, 14, 15 en 17

Huiswerk LJ2: 

Donderdag 22 september

1.4 opdracht 10 t/m 12

Toetsen LJ1: 

Geen

Toetsen LJ2: 

Geen

7. Evaluatie

Hoe ging de les?

Lukt het je om vragen die woorden gesteld uit een tekst te halen?

Heb je nog ergens hulp bij nodig?