5.3 Belasting op shoppen?

Herhaling van 5.1 en 5.2
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Herhaling van 5.1 en 5.2

Slide 1 - Tekstslide

Marketing
A
Alles wat een bedrijf verdient
B
Alles wat bedrijven doen om hun product te verkopen.
C
Reclame maken voor een bedrijf

Slide 2 - Quizvraag

Noem alle soorten markten die er zijn

Slide 3 - Open vraag

Nike brengt nieuwe schoenen uit
De supermarkt heeft chocola in de aanbieding
Je wilt een nieuwe fiets
Je wilt schaatsen
Aanbod
Vraag

Slide 4 - Sleepvraag

De prijs die de winkelier voor de producten betaalt
Het bedrag dat de eigenaar bij de inkoopprijs optelt, zodat hij winst maakt op het product.
brutowinstopslag + inkoopprijs
Afzet x verkoopprijs
Inkoopprijs
Brutowinstopslag
Verkoopprijs = 
Omzet

Slide 5 - Sleepvraag

Slide 6 - Video

BTW

Slide 7 - Tekstslide

BTW staat voor
A
Belasting Toegevoegde Waarde
B
Belasting Technische Welstand
C
Belasting Tegen Waarde
D
Betaald Tegen Waarde

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Consumentenprijs
Dit is de prijs die de consument (jij en ik) betalen aan de kassa van een winkel.

Berekening : Consumentenprijs = verkoopprijs + BTW

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld
De verkoopprijs van een broek is €55 (exclusief btw). 
De BTW is 21 % . Wat is haar consumentprijs? (voer het antwoord in de volgende slide) 


100%
1%
21%
55

Slide 12 - Tekstslide

Prijs exclusief btw 21% uitrekenen
121%
1%
100%
459,80
3,80
380

Slide 13 - Tekstslide

Voorbeeld :
De verkoopprijs van een broek is €55 (exclusief btw).
De BTW is 21 % . Wat is haar consumentprijs?
100%
1%
21%
55
0,55
11,55

Slide 14 - Open vraag

Prijs exclusief btw 6%
106%
1%
100%
5,30
0,05
5,00

Slide 15 - Tekstslide