2kc H1.4

dd

Log in op lessonUp. Laat het huiswerk zien. Open het boek.
timer
3:00
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

dd

Log in op lessonUp. Laat het huiswerk zien. Open het boek.
timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

In deze les
- Instructie  --> gemiddelde, kinderbijslag, inkomen + uitgaven 
- Zelfstandig werken 

- Als de les goed gaat een Quiz. Winnaar krijgt iets uit de snoepautomaat

Slide 2 - Tekstslide

Gemiddelde uitrekenen 
Gemiddelde = totaal van aantal getallen : aantal getallen 


Slide 3 - Tekstslide

Wat voor inkomen heb jij ?

Slide 4 - Woordweb

Inkomen 
- Loon of salaris
- Winst als je een bedrijf hebt
- Uitkering van de overheid. v.b. kinderbijslag
- Zakgeld of kleedgeld 

Slide 5 - Tekstslide

Wat voor uitgaven heb jij?

Slide 6 - Woordweb

Soorten uitgaven
uitleg
Dagelijks 

vast moment, vast bedrag 

Grote bedragen
Soorten Uitgaven:
1. Dagelijkse uitgaven

2. Vaste lasten

3. Incidentele uitgaven

Slide 7 - Tekstslide

De begroting
Overzicht van verwachte inkomsten en uitgaven


Inkomsten
Uitgaven

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Zelfstandig aan het werk 
H1.3   42 t/m 43     blz 22 
H1.4   52 t/m 57,    blz 26 
H1.4    63 t/m 64   blz 30 

Dit is het huiswerk
timer
12:00

Slide 10 - Tekstslide

Wat gaan wij leren 
- Berekenen van het gemiddelde 
- Welke soorten inkomen er zijn 
- Je kunt een begroting opstellen
- Welke uitgaven er zijn  

Slide 11 - Tekstslide

quizzz pak je rekenmachine

Slide 12 - Tekstslide

Dit zijn mijn cijfers op engels:
7 - 8
Wat is het gemiddelde?
A
7
B
8
C
7,5
D
8,5

Slide 13 - Quizvraag

Voor economie haal je een 5,3 - 6,8 - 7,5- 4,9 - 5,8. Wat is het gemiddelde?
A
6,1
B
6,0
C
7,6
D
5,1

Slide 14 - Quizvraag

Sleep de afbeeldingen naar het bijbehorende begrip.
dagelijkse uitgaven
vaste lasten
incidentele uitgaven

Slide 15 - Sleepvraag

Wat voor soort uitgave is er afgebeeld?
A
Huishoudelijke uitgaven
B
Vaste lasten
C
Incidentele uitgaven

Slide 16 - Quizvraag

het is niet erg als je inkomsten lager zijn dan je uitgaven
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Huishoudelijke uitgaven kan je ook dagelijkse uitgaven noemen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Naast inkomsten uit bezit heb je ook inkomsten uit arbeid. Wat voor inkomsten hoort daarbij?
A
Loon
B
Huur
C
Rente
D
Salaris

Slide 19 - Quizvraag

wat voor uitgaven is
huur?
A
vaste lasten
B
huishoudelijke uitgaven
C
incidentele uitgaven

Slide 20 - Quizvraag

Wat voor soort uitgave is er afgebeeld?
A
Huishoudelijke uitgaven
B
Vaste lasten
C
Incidentele uitgaven

Slide 21 - Quizvraag

Gemiddelde berekenen: Het gemiddelde van 6 en 4 is:
A
10
B
5
C
6
D
Geen een

Slide 22 - Quizvraag

Hoe noem je het overzicht van inkomsten en uitgaven?
A
Budget
B
Begroting
C
Bezuiniging
D
Overschreiding

Slide 23 - Quizvraag