M3A Unit 3

M3A Unit 3
Thursday, February 15th
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

M3A Unit 3
Thursday, February 15th

Slide 1 - Tekstslide

Today's lesson
  • Vocabulary Quiz
  • May and Might
  • Should and Shouldn't
  • Past Simple and Past Continuous
  • Adverbs
  • Adjectives vs Adverbs

Slide 2 - Tekstslide

Translate: to apologize

Slide 3 - Open vraag

Translate: zin hebben in

Slide 4 - Open vraag

Translate: uncomfortable

Slide 5 - Open vraag

Translate: zonder twijfel

Slide 6 - Open vraag

1) Leg in je eigen woorden wanneer we "may" gebruiken. 2) Maak een voorbeeldzin.

Slide 7 - Open vraag

1) Leg in je eigen woorden wanneer we "might" gebruiken. 2) Maak een voorbeeldzin.

Slide 8 - Open vraag

You ______ be rude to your classmates and teachers.
A
should
B
shouldn't

Slide 9 - Quizvraag

______ I bring my umbrella? It looks like it may rain soon.
A
should
B
shouldn't

Slide 10 - Quizvraag

Leg in je eigen woorden uit wanneer we de past continuous gebruiken.

Slide 11 - Open vraag

Leg in je eigen woorden uit wanneer we de past simple gebruiken.

Slide 12 - Open vraag

1. When I _______ (walk) home, I _______ (see) a stray cat.

Slide 13 - Open vraag

2. He _______ (be) in the shower, when the phone _______ (ring).

Slide 14 - Open vraag

3. When they _______ (arrive), a band _______ (play) their favorite song.

Slide 15 - Open vraag

Present perfect (voltooid dw.) of "break"
A
breaked
B
broke
C
breaken
D
broken

Slide 16 - Quizvraag

Past simple of "fall"
A
felt
B
fell
C
fallen
D
falled

Slide 17 - Quizvraag

Go - ______ - ______
A
gone - went
B
goed - gone
C
went - gone
D
goed - went

Slide 18 - Quizvraag

Past simple of "know"
A
knew
B
known
C
knowen
D
knewed

Slide 19 - Quizvraag

Present perfect of "ride"
A
rode
B
ride
C
roden
D
ridden

Slide 20 - Quizvraag

Leg in je eigen woorden uit wat "adverbs" zijn. Maak een voorbeeldzin.

Slide 21 - Open vraag

Which one of these is NOT an adverb?
A
regularly
B
cold
C
fast
D
extremely

Slide 22 - Quizvraag

Leg in je eigen woorden uit wat een "adjective" is. Geef 5 voorbeelden.

Slide 23 - Open vraag