Passé composé onregelmatige werkwoorden

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Passé composé met onregelmatige werkwoorden.

Hoe maak je een passé composé met een regelmatig werkwoord dat eindigt op -er?

Welke onregelmatige werkwoorden ken je?

Bij de onregelmatige werkwoorden

avoir 

être

faire

gaat de basisregel van het maken van de passé composé niet op. Bij deze werkwoorden doe je het anders...

Avoir - Voltooid deelwoord: eu. Vervoegen met 'avoir'.

être - Voltooid deelwoord: été. Vervoegen met 'avoir'. (ondanks dat je 'zijn' in het Nederlands vervoegt met 'zijn'. Ik ben geweest- j'ai été)

Faire - Voltooid deelwoord: fait. Vaak gebruikt in combinatie met sporten.

Hoe vertaal je: ik ben geweest.

1. J'ai été
2. Je suis été
3. J'ai eu
4. Je suis eu

Wij zijn geweest.

1. Nous sommes été
2. Nous avons été.
3. Vous avez été
4. Nous sommes étés

Zij is geweest.

1. Elle est été
2. Elle est étée
3. Elle a eu
4. Elle a été

Ik heb gehad.

1. J'ai avoiré
2. J'ai eu
3. Je suis eu
4. J'ai été

Hij heeft gehad.

1. Il a été
2. Il est eu
3. Il est été
4. Il a eu

Zij hebben gehad

1. Ils ont eu
2. elles ont eu
3. Ils sont eu
4. Elles sont eu

Ik heb gedaan/gemaakt

1. Je suis fait
2. J'ai fairé
3. J'ai fait
4. J'ai fais

Zij heeft gedaan/ gemaakt.

1. Elle est fait
2. Elle est faité
3. Elle a fait
4. Elle a fais

Vertaal: Ik ben in Oosterhout geweest.

Hij heeft een cadeau gehad.