H4 Chemisch rekenwerk

Chemisch rekenen
Chemisch rekenen
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Chemisch rekenen
Chemisch rekenen

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Doelen chemisch rekenen 
  • 4 oefeningen 
  • Of meer uitleg
  • Of zelfstandig door opdrachten heen werken
  • Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Doelen 
  • Ik kan reactievergelijkingen opstellen (BASIS). 
  • Ik kan eenheden omrekenen (BASIS). 
  • Ik kan rekenen met mol. .
  • Ik kan rekenen met overmaat / ondermaat. 
  • Ik kan de molariteit van (deeltjes in) oplossingen berekenen. 
  • Ik kan rekenen van gram/mol -> gram/mol (met het schema). 
  • Ik kan rekenen van van molariteit naar gram in één opdracht. 

Slide 3 - Tekstslide

Dit doel beheers ik

Dit doel beheers ik nog niet


Ik kan eenheden omrekenen. 
Ik kan met de dichtheid rekenen (massa -> volume of andersom).

Ik kan rekenen met mol.

Ik kan de molariteit van (deeltjes in) oplossingen berekenen. 

Ik kan rekenen van gram/mol -> gram/mol (met het schema). 

Ik kan rekenen van van molariteit naar gram in één opdracht. 
Ik kan rekenenen met overmaat/ ondermaat

Slide 4 - Sleepvraag

Wie vindt dat hij/zij alle doelen al goed beheerst?
Ja
Nee
Nog niet alle

Slide 5 - Poll

Rekenwerk
Rekenen met mol: 20, 21, 22
Molariteit: 30, 32, 34
Reacties:  41, 42, 43, 44
Overmaat/ondermaat: 46, 48, 49

Gebruik goed het rekenschema en werk met reactievergelijkingen!

Slide 6 - Tekstslide

Drie opdrachten 
Deze maak je zelfstandig
Voor iedere opdracht wordt aangegeven hoeveel tijd je hebt. 
Pak je pen, BINAS, NGR erbij. 

Slide 7 - Tekstslide

Molariteit
De concentratie uitgedrukt in het aantal mol van een opgeloste stof per liter oplossing of gas.
[Na+] = 1,0 M = 1,0 mol/L
De molariteit natriumionen is 1,0 molair (=mol per liter)



Molariteit=litermol

Slide 8 - Tekstslide

Bereken de molariteit van Andosteron in Urine
TEKST

Slide 9 - Open vraag

rekenschema met Vm

Slide 10 - Tekstslide

Kalkovens
In Dieverbrug in Drenthe kun je deze monumentale kalkovens nog zien. Ze vormen een rijksmonument en behoren tot ons industrieel erfgoed. In kalkovens werden schelpen (calciumcarbonaat = CaCO3), uit de Waddenzee met turf vermengd en dan omgezet in kalk (calciumoxide = CaO), ten behoeve van metselspecie.



a. Geef de reactievergelijking voor de ontleding van 
calciumcarbonaat in calciumoxide en nog een andere stof.

b. Bereken hoeveel kilogram schelpen je nodig hebt om 1,25 kg CaO te maken.
timer
10:00

Slide 11 - Tekstslide

Uitwerking kalkoven
a.       CaCO3            --> CaO   +     CO2
b.                                        1,25 kg = 1250 gram CaO
: 56,077 g/mol
CaCO3 = 100,09 g/mol
CaO = 56,077 g/mol
22,29 mol
22,29 mol
x 1
x 100,09 g/mol
2231 gram 
Je hebt 2,23 kg schelpen nodig om 1,25 kg CaO te maken. 
2231 gram = 2,231 kg = 2,23 kg
afronden op 3 sig cijfers. 

Slide 12 - Tekstslide

Overmaat en ondermaat
Overmaat = het teveel aan stof wat overblijft na reactie.

Ondermaat = het tekort aan stof wat nodig is om volledig te reageren.

Slide 13 - Tekstslide

Stappenplan
Stap 1: Noteer de kloppende reactievergelijking.
Stap 2: Noteer de molaire massa van de moleculen die je nodig hebt voor je berekeningen (onder de bijbehorende stof).
Stap 3: Noteer de massa van de gegeven stof (onder de bijbehorende stof).
Stap 4: Bereken de massa van de gevraagde stof mbv de molverhouding.
Stap 5: Geef je antwoord in het juiste aantal significante cijfers!
Let op! Noteer altijd al je berekeningen!


Slide 14 - Tekstslide

Voorbeeld: molverhouding 1:1
H2 + Cl2 --> 2 HCl

Stel: je hebt 2 mol waterstof en 3 mol chloor. 
1 mol waterstof reageert met 1 mol chloor (molverhouding).
Als alle waterstof (2 mol) reageert, is daar 2 mol chloor bij nodig. 
Je hebt wel 3 mol chloor. 
Chloor is in overmaat, waterstof in ondermaat.

Slide 15 - Tekstslide

Oefening overmaat/ondermaat
  • Bereken hoeveel gram zuiver koper er ontstaat bij de verhitting van 30 g koperoxide in aanwezigheid van 6 g methaan (CH4)

  • 4 CuO (s) + CH4 (g) -> 4 Cu (s) + CO2 (g) + 2 H2O

Slide 16 - Tekstslide

Oefening overmaat/ondermaat
  • Bereken hoeveel gram zuiver koper er ontstaat bij de verhitting van 30 g koperoxide in aanwezigheid van 6 g methaan (CH4)

  • 4 CuO (s) + CH4 (g) -> 4 Cu (s) + CO2 (g) + 2 H2O
30 g / = 
6 g/ = 

Slide 17 - Tekstslide

Keuze 
Nog lastig? Dan doen we samen een som! 

OF ZELF BEZIG
Donderdag bijles 1ste uur

Slide 18 - Tekstslide

Doelen van chemisch rekenen
  • Ik kan reacteivergleijkingen opstellen (BASIS). 
  • Ik kan eenheden omrekenen (BASIS). 
  • Ik kan met de dichtheid rekenen (massa -> volume of andersom) (BASIS). 
  • Ik kan rekenen met massapercentage.
  • Ik kan de molariteit van (deeltjes in) oplossingen berekenen. 
  • Ik kan rekenen van gram/mol -> gram/mol (met het schema). 
  • Ik kan rekenen van van molariteit/dichtheid naar gram in één opdracht. 

Slide 19 - Tekstslide

Hoe "H6: Bindingen" te behandelen?

Slide 20 - Woordweb

Rekenwerk
Rekenen met mol: 20, 21, 22
Molariteit: 30, 32, 34
Reacties:  41, 42, 43, 44
Overmaat/ondermaat: 46, 48, 49

Gebruik goed het rekenschema en werk met reactievergelijkingen!

Slide 21 - Tekstslide