In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Partie Nagerechten 2.6: Kaas warenkennis
Slide 1 - Tekstslide
Wat weten we nog van de vorige les?
Honing, Cacao
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Lesdoelen
Na deze les kun je:
De 6 stappen van kaas maken uitleggen
Uitleggen wat pasteurisatie is.
De 7 verschillende soorten kaas benoemen
Uitleggen welke functie bepaalde enzymen in kaas hebben
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Droogproces
Affinage = het rijpingsproces
Jonge kaas 4 weken
Jong belegen 8–10 weken
Belegen 16–18 weken
Extra belegen 7–8 maanden
Oude kaas 10–12 maanden
Overjarig 12 maanden of meer
Rijpingsproces
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Kazen nooit hetzelfde
Welk voer is gebruikt
Stond het vee binnen of buiten
Welk ras.
Altijd een andere bacteriën in het spel
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Pasteuriseren
3 soorten pasteurisatie
Lang (65 graden gedurende 30 minuten)
Snel (75 graden gedurende 20 seconden)
Direct (90 graden zonder sluitersnelheid)
Dood pathogene bacteriën
Geen ingrijpende veranderingen in de biologische en chemische structuur
Slide 19 - Tekstslide
Enzymen in kaas
Protease = zorgen voor het samenklonteren (coaguleren) van bepaalde eiwitten. Lipase = is een enzym dat vetten afbreekt, zorgt voor een mengsel van druppels vet in het water (melk). Lactase = enzym om lactose te kunnen verteren