Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord herhaling

Herhaling 
Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herhaling 
Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord

Slide 1 - Tekstslide

Het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord schrijf je zo ........ mogelijk.

Slide 2 - Open vraag

Waar eindigt een bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord meestal op?

Slide 3 - Open vraag

Waar eindigen sterke werkwoorden meestal op?

Slide 4 - Open vraag

Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord

Een bijvoeglijk naamwoord geeft extra informatie over het zelfstandig naamwoord.

Eindigt meestal op e -> het gemaaide gras.
Sterke werkwoorden eindigen op en -> de gevonden sleutel.
Je schrijft het zo kort mogelijk -> de verklede kinderen.






Slide 5 - Tekstslide

Let op!
Er bestaan werkwoorden die gelijk klinken. 
Bijvoorbeeld
Dries vergrootte de foto. (persoonsvorm)
De vergrote foto. (bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord)
Denk voordat je de opdracht gaat maken eerst na of het werkwoord wordt gebruikt als persoonsvorm of als bijvoeglijk naamwoord.

Slide 6 - Tekstslide

Het hout is gehakt
Het ............ hout

Slide 7 - Open vraag

De kast is verschoven
De ....................... kast

Slide 8 - Open vraag

Belasten
De ....................... balk begon te buigen

Slide 9 - Open vraag

Bekleden (verleden tijd)
De meubelmaker ................... de bank met gemak.

Slide 10 - Open vraag

Verantwoorden
Het ..................... eten

Slide 11 - Open vraag

Ontvreemden (verleden tijd)
Jij ..................... de spullen van die man.

Slide 12 - Open vraag

Verkleden
De ................... persoon

Slide 13 - Open vraag

Bedenk voor jezelf hoe het net ging. Als je het nog lastig vindt kun je nog even meedoen. Steek dan even je vinger op.

Ga aan de slag met het werkblad. 
Klaar? 
Ga verder met je taken. 

Slide 14 - Tekstslide

bereiden
Het ................... vlees was goed gaar.

Slide 15 - Open vraag

Bekleden
De ................. bank

Slide 16 - Open vraag

Verkleden
Hij .................... zich altijd als clown.

Slide 17 - Open vraag