Havo4,ch4 diagnostischeVT

Bienvenue tout le monde!
Programme des derniers cours :
  • chapitre 4 révision
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bienvenue tout le monde!
Programme des derniers cours :
  • chapitre 4 révision

Slide 1 - Tekstslide

Unité 4 : à quoi pensez-vous ?

Je t'aime

Slide 2 - Woordweb

4

Slide 3 - Video

00:02
Où est-ce que les garçons se trouvent?
A
Au cinéma
B
Au restaurant
C
Au supermarché
D
À l'école

Slide 4 - Quizvraag

00:29
Comment est-ce qu'on dit 'liefde op het eerste gezicht' en français ?

Slide 5 - Open vraag

01:21
Qu'est-ce qui se passe ?
A
le garçon donne un cadeau à la fille
B
le garçon essaye d'impressionner la fille
C
le garçon déclare son amour
D
le garçon ne s'intéresse pas à la fille

Slide 6 - Quizvraag

02:19
Comment est-ce que l'histoire finira?
A
La fille est partie
B
La fille et le garçon se serrent la main
C
Le garçon et la fille s'embrassent
D
Le garçon et la fille se disputent

Slide 7 - Quizvraag

Qu'est-ce que le garçon peut faire pour trouver la fille ?

Slide 8 - Tekstslide

het aanwijzend vnw
nu volgen enkele opdrachten om te kijken of jullie het aanwijzend vnw begrepen hebben.....

Slide 9 - Tekstslide

2. .... étudiante est italienne.
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces

Slide 10 - Quizvraag

3. Nous habitons à côté de ..... grand magasin.
A
ce
B
cet
C
cette
D
ces

Slide 11 - Quizvraag

Welke aanwijzend vnw kun je niet vertalen door
CE in het Frans?
A
die/deze
B
dit/dat
C
alles kan door CE vertaal worden.

Slide 12 - Quizvraag

VRAI OU FAUX
Er zijn twee aanwijzende vnw mogelijk voor mannelijk enkelvoud woorden.
A
VRAI
B
FAUX

Slide 13 - Quizvraag

Aanwijzend voornaamwoord 
Ces oeufs
Ces baguettes
Ce fromage
cette viande

Slide 14 - Sleepvraag

1. ...... professeur .......est nouveau.(die )
A
Ce professeur- là
B
Ce professeur- ci
C
Cette professeur -ci
D
Cette professeur- là

Slide 15 - Quizvraag

Wat is GEEN aanwijzend voornaamwoord in het Frans?
A
ses
B
cet
C
ces
D
celui

Slide 16 - Quizvraag

wat is geen aanwijzend voornaamwoord?
A
cela
B
ce qui
C
celle-ci
D
cette

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

vertaal:
Dit bericht

Slide 19 - Open vraag

vertaal:
dit meisje

Slide 20 - Open vraag

Het wederkerend werkwoord
je
me
lave
ik was me
tu
te
laves
jij wast je
il/elle
se
lave
hij/zij wast zich
nous
nous
lavons
wij wassen ons
vous
vous
lavez
jullie wassen jullie / u wast zich
ils/elles
se
lavent
zij wassen zich

Slide 21 - Tekstslide

Attention: Passé composé 
De wederkerende werkwoorden werken altijd met het hulpwerkwoord : être 

"Je me suis levé" 
"Elle s'est préparée" 
"Nous nous sommes lavés" 


Slide 22 - Tekstslide

Welke onderstaande werkwoorden zijn wederkerend werkwoorden? (dus werkwoorden met zich)
A
marcher, laisser tomber
B
s'amuser, s'habiller, se maquiller
C
permettre, mettre à l'aise
D
essayer, suivre

Slide 23 - Quizvraag

wederkerend werkwoord

Vertaal: wij ontmoeten elkaar
A
nous nous rencontrons
B
nous rencontrons

Slide 24 - Quizvraag

wederkerend werkwoord

vertaal: jullie ontmoeten elkaar
A
nous nous rencontrons
B
vous vous rencontrez

Slide 25 - Quizvraag

Wederkerende werkwoorden.

Je ___ leve à 8h00.
A
te
B
me
C
se

Slide 26 - Quizvraag

Wederkerende werkwoorden:
hij staat op (opstaan = se lever)
A
il te lève
B
il se lève
C
il te lèves
D
il se lèves

Slide 27 - Quizvraag

décris cette fille à la page suivante! fais des phrases

Slide 28 - Tekstslide

décris la fille.

Slide 29 - Woordweb

hoe vraag je iemand mee naar de bios op zondag om 16 uur?

Slide 30 - Woordweb

en hoe vraag je iemand mee naar een restaurant op zaterdag om 19uur?

Slide 31 - Woordweb

en hoe zeg je dat je niet kunt komen?

Slide 32 - Woordweb

Slide 33 - Tekstslide

Leerdoelen H4:
1. Ik weet hoe ik het aanwijzend voornaamwoord moet toepassen Bijvoeglijk en zelfstandig gebruikt!!
2. Ik weet hoe ik het wederkerend ww in het Frans moet maken en toepassen. 
3. Ik kan een persoon beschrijven, uitnodigen en een uitnodiging aannemen en afwijzen.



Slide 34 - Tekstslide