Woche 8 Stunde 1 - Wiederholung Grammatik

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Je mag je telefoon bij je houden.

Lernziel

- Du weißt wie du die Grammatik lernen kannst.

- Du kannst die Wiederholung 5 + 6 machen.

studiewijzer

Programm

• Wiederholung ein- und kein
• ein- und kein leren
• Wiederholung Verben
• Verben lernen

PW Kapitel 5 + 6

Kapitel 5:

Wortliste B (NL-DU)
Wortliste A, C, D, H (DU-NL)

Grammatik (ein- & kein-)

Kapitel 6:

Wortliste B (NL-DU)

Wortliste A, C, D, H (DU-NL)

Grammatik (werkwoorden)

Wiederholung ein- kein

Aufgabe 1

Kies de juiste vorm van ein of van kein. (meerkeuze)

(een) Ich habe ___ Katze (v).

1. ein
2. eine
3. kein
4. keine

(geen) ____ Teller (m) ist zu groß für das kleine Gericht.

1. ein
2. eine
3. kein
4. keine

Wie haben (geen) ____ Münzen (mv) mehr.

1. ein
2. eine
3. kein
4. keine

(een) Hast du ____ Glas (o) wasser für mich?

1. ein
2. eine
3. kein
4. keine

Hast du (geen) _____ Freundin, die dir dabei helfen kann?

1. ein
2. eine
3. kein
4. keine

Wiederholung ein- kein

Aufgabe 2

Vul de juiste vorm van ein- of kein in.

(een) _____ Salat (m) bitte!

(geen) In den Sommerferien haben wir ____ Schule (v)

(een) Ich koche ____ Gericht (o) aus Asien.

(geen) Es gibt ____ gute Filme (mv) im Fernsehen.

(geen) ____ Unterricht (m) heute!

(geen) Ich möchte ____ Haustier (o).

(een) ____ Freund von mir hat heute Geburtstag.

Wie lernst du die Grammatik?

Stap 1:

Bekijk de regel. (2 a 3 minuten)

Stap 2:

Probeer de regel op te schrijven.

Stap 3:

Verbeter wat je hebt opgeschreven en vul aan.

Stap 4:

Herhalen

Stap 5:

Heb je dit allemaal geleerd? Ga dan opdrachten maken.

Grammatik Lernen

Stap 1:

Bekijk de regel. (2 a 3 minuten)

Stap 2:

Probeer de regel op te schrijven.

Stap 3:

Verbeter wat je hebt opgeschreven en vul aan.

Stap 4:

Herhalen

Stap 5:

Heb je dit allemaal geleerd? Ga dan opdrachten maken.

Wiederholung Verben

Wiederholung persoonlijk voornaamwoord.

Sleep het persoonlijk voornaamwoord naar de vertaling.

ik
jij
hij/ zij/ het
wij
jullie
zij/ u

wir

er/ sie/ es

ich

sie/ Sie

du

ihr

Wiederholung Verben

Sleep de uitgangen naar de juiste plek.

ich
du
er/ sie/ es
wir
ihr
sie/ Sie

stam + t

stam + t

stam + en

stam + en

stam + st

stam + e

Wiederholung Verben

Sleep de uitgangen naar de juiste plek.

Stam eindigt op een -d of -t

ich
du
er/ sie/ es
wir
ihr
sie/ Sie

stam + et

stam + et

stam + est

stam + e

stam + en

stam + en

Wiederholung Verben

Vul de juiste vorm van het werkwoord in.

(wohnen) Welche Tiere ___ im Insektenhotel?

(reden) Ihr ___ immer so laut.

(atmen) Du ___ sehr tief!

(machen) Herr Thomsen, Sie ___ das sehr gut!

Wie lernst du die Grammatik?

Stap 1:

Bekijk de regel. (2 a 3 minuten)

Stap 2:

Probeer de regel op te schrijven.

Stap 3:

Verbeter wat je hebt opgeschreven en vul aan.

Stap 4:

Herhalen

Stap 5:

Heb je dit allemaal geleerd? Ga dan opdrachten maken.

Grammatik Lernen

Stap 1:

Bekijk de regel. (2 a 3 minuten)

Stap 2:

Probeer de regel op te schrijven.

Stap 3:

Verbeter wat je hebt opgeschreven en vul aan.

Stap 4:

Herhalen

Stap 5:

Heb je dit allemaal geleerd? Ga dan opdrachten maken.

Hausaufgaben

Machen:

Wiederholung 5 (boek A) blz. 190 t/m 193

Wiederholung 6 (boek B) blz. 154

Lernen:

Kapitel 5 + 6