Achter het trefwoord staan tussen haakjes altijd enkele gegevens. Die kunnen verschillen per woordenboek. De belangrijkste gegevens zijn:
- welk lidwoord er bij een zelfstandig naamwoord hoort (de of het)
- wat het meervoud is (-en of -s)
- wat het verkleinwoord is (-pje, -tje, -etje)
- wat het voor soort woord is (bijv: Bijv.nw.)
- of een zelfstandig naamwoord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is (m, v of o)
- de vergrotende en de overtreffende trap (bijv: groot, groter, grootst)
Vaak staat er achter het trefword ook wat de verleden tijd en het voltooid deelwoord van een werkwoord is. (bijv: blaten (blaatte, heeft geblaat)
Als een woord aan een vreemde taal is ontleend, dan wordt dat achter het woord vermeld.