Recap unit 2 - 2V

Oefentoets unit 2
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Oefentoets unit 2

Slide 1 - Tekstslide

Vocabulary

Vertaal de woordjes naar het Nederlands

Slide 2 - Tekstslide

vertaal: ancient

Slide 3 - Open vraag

vertaal: rectangle

Slide 4 - Open vraag

vertaal: wooden

Slide 5 - Open vraag

vertaal: clearly

Slide 6 - Open vraag

vertaal: pavement

Slide 7 - Open vraag

vertaal: frying pan

Slide 8 - Open vraag

vertaal: knife

Slide 9 - Open vraag

vertaal: broom

Slide 10 - Open vraag

vertaal: gardener

Slide 11 - Open vraag

Schrijf de afkorting voluit:
BRB

Slide 12 - Open vraag

Schrijf de afkorting voluit:
OMW

Slide 13 - Open vraag

Vocabulary

Vertaal de woordjes naar het Engels

Slide 14 - Tekstslide

vertaal: vorm

Slide 15 - Open vraag

vertaal: manier

Slide 16 - Open vraag

vertaal: oversteekplaats

Slide 17 - Open vraag

vertaal: kom (schaal)

Slide 18 - Open vraag

vertaal: handdoek

Slide 19 - Open vraag

vertaal: klusjes

Slide 20 - Open vraag

vertaal: De bushalte ligt recht tegenover het kasteel.

Slide 21 - Open vraag

vertaal: Veeg de vloer zo snel mogelijk.

Slide 22 - Open vraag

Comparative 

Trappen van vergelijking 
Zij is lang
Hij is langer dan ik
Wij zijn het langst

Slide 23 - Tekstslide

Korte woorden (1 lettergreep)
+ er 
+ est 

dark - darker - darkest 
young - younger - youngest 
big - bigger - biggest 
 

Slide 24 - Tekstslide

Lange woorden (3 lettergrepen of meer)
 + more 
+ most 

beautiful - more beautiful - most beautiful 
interesting - more interesting - most interesting



Slide 25 - Tekstslide

Uitzonderingen
good - better - best 
bad - worse - worst 




Slide 26 - Tekstslide

Your jacket is ................. than mine.
(soft)
A
more soft
B
softer

Slide 27 - Quizvraag

The dog looks ................. than the cat. (happy)
A
more happy
B
happier

Slide 28 - Quizvraag

That house is the ....................... house in the street.
(big)
A
biggest
B
most big
C
bigest

Slide 29 - Quizvraag

She is the .................... girl I know.
(beautiful)
A
most beautiful
B
beautifulest

Slide 30 - Quizvraag

He is the ........................ person in the class.
(nice)
A
nice
B
most nice
C
nicest
D
niceest

Slide 31 - Quizvraag

VV Katwijk is good, but Willem II is even ...........................
(good)
A
better
B
the best

Slide 32 - Quizvraag

past simple 

Slide 33 - Tekstslide

past simple 
+  werkwoord+ed --> walk/walked
- didn't + hele werkwoord --> didn't walk
? did + onderwerp + hele werkwoord --> did you walk?

Slide 34 - Tekstslide

She _______ (clean) her room yesterday.

Slide 35 - Open vraag

Sarah _______ (study) for her exam last night.

Slide 36 - Open vraag

Tom _______ (help) his sister with her homework yesterday.

Slide 37 - Open vraag

Vul de past simple in:
We ............. 50 km last month. (to walk)

Slide 38 - Open vraag

Vul de past simple in:
I ............ ................. a dog for my birthday. ( get not)

Slide 39 - Open vraag

Vul de past simple in:

.......... you ............. your wife flowers? ( buy)

Slide 40 - Open vraag

Verleden tijd: to be -  was/were
+ I was home yesterday /  We were home yesterday
- I wasn't home yesterday / We weren't home yesterday
? Was I home yesterday? /  Were you home yesterday?

Slide 41 - Tekstslide

Last year my best friend ____
12 years old.

Slide 42 - Open vraag

I phoned you at the weekend, but you _______ at home. (-)

Slide 43 - Open vraag

Why ______
you so angry yesterday?

Slide 44 - Open vraag

That's it
Study for the test on your own!

Slide 45 - Tekstslide