Herhaling 5H p1
1 / 19
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wie waren de 'pilgrim fathers'?
A
De 'vaders' van de Amerikaanse grondwet
B
Kolonisten die een contract maakten om te stemmen over besluiten
C
Kolonisten die indianen uitroeiden
D
De 'vaders' van de pelgrimstochten in Amerika
Slide 2 - Quizvraag
Een vestigingskolonie is een kolonie waar veel plantages zijn, waar slaafgemaakten werkzaam zijn.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 3 - Quizvraag
Wat heeft de Royal African Company met slavenhandel te maken?
A
De RAC handelde met India waar ze slaven voor de plantages vandaan haalden.
B
De RAC handelde met Afrika waar ze slaven vandaan haalden waar ze slaven vandaan haalden.
C
De RAC handelde met Europa waar ze slaven vandaan haalden
D
De RAC handelde met Afrika waar ze slaven vandaan haalden voor Europa.
Slide 4 - Quizvraag
Zoek een afbeelding over de Trans-Atlantische driehoekshandel.
Slide 5 - Open vraag
Noem DRIE voorbeelden van verlichte ideeën/denken.
Slide 6 - Open vraag
Wat was een oorzaak van de Amerikaanse Revolutie?
A
Het eigen bestuur van de kolonies werd afgepakt
B
Amerikanen wilden geen belasting betalen zonder vertegenwoordiging
C
George Washington pleegde een staatsgreep
D
De Verlichting liet Amerikanen zonder verstand nadenken
Slide 7 - Quizvraag
Wanneer was de Amerikaanse Revolutie
A
1700-1729
B
1790-1800
C
1765-1787
D
1833-1835
Slide 8 - Quizvraag
De Amerikaanse Revolutie was een democratische revolutie omdat ...
A
De Amerikaanse Revolutie leidde tot algemeen kiesrecht
B
De Verenigde Staten van Amerika kregen een nieuwe koning
C
Na de Amerikaanse Revolutie mochten burgers volksvertegenwoordigers kiezen
D
De Amerikaanse Revolutie leidde tot directe democratie
Slide 9 - Quizvraag
Het abolitionisme is:
A
Een vereniging voor slavenverkopers
B
Een beweging die de slavernij wilde afschaffen in Groot-Britannië
C
Een beweging die de slavernij wilde afschaffen in Frankrijk.
D
Een stroming die voorstander is van slavernij.
Slide 10 - Quizvraag
Wat is de EIC?
A
East Inca Company
B
East Indië Company
C
East India Company
D
East Africa Company
Slide 11 - Quizvraag
Door het Verdrag van Allahabad kregen de Britten...
A
Het recht om belastingen te innen in Bengalen
B
Het recht om de Mogol-vorst te benoemen
C
Het recht om India te besturen
D
Het recht om thee gratis te exporteren
Slide 12 - Quizvraag
Wat was een effect van het Verdrag van Allahabad (1765)?
A
De EIC vertrok
uit India
B
De EIC betaalde
meer voor katoen
C
De Britse regering bestuurde India nu
D
De EIC kreeg meer macht in India
Slide 13 - Quizvraag
Wat was de directe oorzaak van de grote Opstand in 1857?
A
de indiase soldaten waren ontevreden
B
white men's burden
C
nieuwe wapen van de Britten bevatte dierlijk vet
D
ergenis over de Britse economische uitbuiting
Slide 14 - Quizvraag
Zoek een afbeelding over kolonisatie in India in de negentiende eeuw.
Slide 15 - Open vraag
Bron: Indian National Congress (1885).
Wat was het korte termijn doel van de Indian National Congress?
Wat was het korte termijn doel van de Indian National Congress?
A
Onafhankelijkheid van India
B
Eerlijke handel tussen Britten en Indiërs
C
Kiesrecht
D
Meer gelijkheid tussen Britten en Indiërs in het koloniale bestuur.
Slide 16 - Quizvraag
Oprichting van Indian National Congres heeft te maken met het kenmerkend aspect
A
Modern Imperialisme
B
Opkomst van het abolitionisme
C
Opkomst van politiek maatschappelijk stromingen zoals liberalisme en nationalisme
D
Voortschrijdende democratisering
Slide 17 - Quizvraag
Stelling: De maker van de bron is een voorstander van het superioriteitsgevoel.
A
Waar, omdat Engeland staat voor beschaving en de overzijde voor barbarisme.
B
Niet waar, omdat Britten erg negatief worden afgebeeld.
C
Waar, omdat Engeland staat voor barbarisme en de overzijde voor ontwikkeling.
D
Niet waar, het gaat hier over een conflict tussen Europeanen en Afrikanen.
