1C 11 maart (wb en 6.4)

• Wiskunde
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

6.3 Volgorde van berekeningen 

6.3 Volgorde van berekeningen herhalen

6.4 De rekenmachine

Volgorde van bewerkingen herhalen

Werkblad

De rekenmachine

Maak het werkblad zonder je boek en rekenmachine, lever het werkblad in

Maak opdracht 58 t/m 62 + De Rekenbreak op blz. 29 en 30

Klaar? nakijken

en?

Huiswerk voor maandag 15 maart:

Maak opdracht 58 t/m 62 + De Rekenbreak op blz. 29 en 30

MAandag 22 maart: toets h6

Volgorde van bewerkingen

Stap 1. Bereken wat tussen de haakjes staat

Stap 2. Vermenigvuldig (×) en deel (÷)

Stap 3. Doe de plus (+) en min (-) sommen

Schrijf bij sommen met meerdere bewerkingen ( +, -, : , x) alle tussenstappen op.

Stel je kan 3 punten voor zo een soort opdracht krijgen, dan krijg je 1 punt voor je eindantwoord en de andere 2 voor de juiste bewerkingen.

Dus het is heel belangrijk dat je de tussenstappen opschrijft!!

Werkblad

Dit onderdeel gaan we nu eerst herhalen.

De docent deelt een werkblad uit.

Maak dit werkblad zonder je boek en rekenmachine

Lever het werkblad in bij de docent.

Naomi gaat alle werkbladen nakijken en feedback geven op de opdrachten.

Je krijgt geen cijfer voor dit werkblad, maar je kan met de laatste opdracht wel een voordeel hebben voor de volgende toets ;)

6.4 De Rekenmachine

!!!!! De rekenmachine gebruikt automatisch de goede rekenvolgorde !!!!!

Op de rekenmachine zitten 2 mintekens:

1. -  Deze gebruik je als je - sommen wilt uitrekenen bijvoorbeeld 5 - 3

2. ( - ) Deze gebruik je als je met negatieve getallen werkt bijvoorbeeld 5 x -2 tik je in als 5 x ( -2) = -10

Opdracht 1

• De hoogste berg is 5895 m

Het meer is de diepte -195 m 

Wat is het hoogteverschil?

Gebruik bij deze opdracht je rekenmachine

Opdracht 2

• De Noordzee is niet overal even diep. Op de plek in de Noordzee bij de Doggersbank ligt het laagste punt op -40 m.

Het hoogste punt ligt op -13 m.

Bereken het hoogte verschil.

Gebruik bij deze opdracht je rekenmachine

-34 x -2475 =
Gebruik je rekenmachine

1. -85150
2. 89160
3. 84150
4. -84150

-34 + -2475 =
Gebruik je rekenmachine

1. -2509
2. -2905
3. -5209
4. -9205

34 - -2475 =
Gebruik je rekenmachine

1. -2509
2. -2905
3. -5209
4. 2509

34 : -2475 =
Gebruik je rekenmachine

1. -0.02
2. -0.01
3. 0.03
4. 0.07

478 - -239 =
Gebruik je rekenmachine

1. 114242
2. -2
3. -717
4. 717

-478 + -239 =
Gebruik je rekenmachine

1. 114242
2. -2
3. -717
4. 717

-478 x -239 =
Gebruik je rekenmachine

1. 114242
2. -2
3. -717
4. 717

-478 : 239 =
Gebruik je rekenmachine

1. 114242
2. -2
3. -717
4. 717

Aan de slag

Maak opdracht:

58 t/m 62 + De Rekenbreak

Klaar? Nakijken

(nakijkboeken deel 2 liggen in de kast achter in de klas)

Nagekeken en tijd over?  Maak opdracht 12,13 en 14 op blz. 37 en 38

Ook deze kan je weer nakijken als je klaar bent.

Huiswerk voor maandag 15 maart

Maak opdracht:

58 t/m 62 + De Rekenbreak en 

Maak opdracht 12,13 en 14 op blz. 37 en 38

Maandag 22 maart TOETS H6