Spelling pvtt en pvvt
1 / 16
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
De uitnodiging vermeld / vermeldt niet hoe laat het feest begint.
A
vermeld
B
vermeldt
Slide 2 - Quizvraag
Rijd / rijdt je broer al langer op die opgevoerde brommer?
A
rijd
B
rijdt
Slide 3 - Quizvraag
Vind / vindt jij het heel erg dat Hanne niet op jouw appjes reageert?
A
vind
B
vindt
Slide 4 - Quizvraag
Mijn buurman ..... (reizen - t.t.) elke dag voor zijn werk van Groningen naar Drachten.
Slide 5 - Open vraag
Elke week ..... (trainen - t.t.) Maartje een paar uur op haar strafcorner
Slide 6 - Open vraag
….. (komen - t.t.) vanmiddag op tijd!
Slide 7 - Open vraag
Waar ..... (vinden - t.t.) ik die nieuwe gamewinkel ook alweer?
Slide 8 - Open vraag
Slide 9 - Tekstslide
De brutale dieven (roven - v.t.) het hele huis leeg.
Slide 10 - Open vraag
Wie (durven - v.t.) er niet in de achtbaan?
Slide 11 - Open vraag
Vorige week (reizen - v.t.) ik met de trein naar Amsterdam.
Slide 12 - Open vraag
Na zijn overwinning (dansen - v.t.) Olaf van plezier.
Slide 13 - Open vraag
Op de radio (horen - v.t.) we zojuist dat er een extra concert komt van Metallica.
Slide 14 - Open vraag
Ik kan de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd goed spellen.
😒🙁😐🙂😃
Slide 15 - Poll
Ik kan de persoonsvorm in de verleden tijd goed spellen.
😒🙁😐🙂😃
