A6sptl3 Periode 1, Les 2 SCHRIJVA - GSE (04-09-2023)

Bienvenidos
LESSONUP klascode: 
A6sptl3: eetcx
Meld je aan via de link in magister of via de klascode. 
De link staat in magister bij jouw eerste les Spaans van dit schooljaar.


1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Bienvenidos
LESSONUP klascode: 
A6sptl3: eetcx
Meld je aan via de link in magister of via de klascode. 
De link staat in magister bij jouw eerste les Spaans van dit schooljaar.


Slide 1 - Tekstslide

Spaans in klas 6
Per periode worden een of meer examenonderdelen afgerond.
In periode 1 zijn dat: schrijfvaardigheid en luistervaardigheid.

Het zwaarstwegende examenonderdeel is Leesvaardigheid.

Studiewijzer periode 1 staat op Teams, tegel A6sptl3
  • doornemen
  • 2 lessen per week: wekelijks 1 les schrijfvaardigheid ('redacción') + 1 les lees/luistervaardigheid
  • KWG




Slide 2 - Tekstslide

Toetsen, opdrachten
Toetsen
  • Formatieve Tussentoets (vocab/gram/signaalwoorden)
  • Luistertoets tijdens de periode (week 6-8), 25%, niet herkansbaar
  • Schrijftoets in toetsweek, 15%, herkansbaar

Opdrachten (formatief)
  • Glosario: per tekst noteer je drie nieuwe woorden met vertaling, digitaal op teams bij opdrachten
  • Luisterdossier grotendeels tijdens de les, digitaal op teams bij opdrachten
  • Boekje lezen in duo's + vragen beantwoorden + woorden in glosario zetten (op papier)



Slide 3 - Tekstslide

Período 1: Metas (doelen), materiales
  • Je leert informele en formele brieven schrijven over onder meer studie, werk, reizen/toerisme (brieven met een verzoek om hulp of informatie, klachtenbrieven, sollicitatiebrieven). 
  • Je leert je mening en gevoelens schriftelijk te verwoorden in een informeel en formeel taalregister en gebruikt signaalwoorden.
  • Je leert hiervoor ook de benodigde woordenschat, grammatica en lenguateca.
  • Je werkt aan je leesvaardigheid door een boekje te lezen, met het oog op uitbreiding van de woordenschat en om meer vertrouwd te raken met de Spaanse zinsbouw.
  • Je verbetert je luistervaardigheid.
Libros, materiales:
  • Paso adelante libro de referencia, libros de alumno 3 y 4, materiales en línea

Slide 4 - Tekstslide

El programa: cartas informales 
  • Comprobar los deberes -> discusión 'ciberdependencia' (25m)
  • Los pasados (verleden tijden + tijdsaanduidingen)  (15m)
  • Lenguateca: H7 Lenguateca A ‘een ervaring beschrijven’ -> Leer + Escribir: signaalwoorden + H7 oef 5-7 (20m)
  • Evaluación, deberes 

RECUERDA: ¡¡¡ En clase practicamos el español !!!







Slide 5 - Tekstslide

Los deberes para la clase de REDACCIÓN fueron:
Estudiar:
  • H6 Lenguateca B  (libro 3, p.63) + H7 Lenguateca A (libro 4, p.6)
  • briefconventies libro de referencia p.55-60: cartas informales
  • ser vs. estar (libro 3 p.72 (+73)
Hacer:
  • ser/estar: maak libro 3 p.73-74, oefening 25a(b) -> nakijken met andere kleur -> vragen
  • afmaken hoofdstuk 7 oefening 1-2-3 (in libro 4, vanaf pagina 6) -> peer feedback (volgende slides) 
  • ciberdependencia: apuntar los efectos, ventajas y desventajas del uso del móvil en clase o en el instituto (en español) -> discusión en grupos




Slide 6 - Tekstslide

Comprobar: Libro 3, Cap.6, ejercicio 25a (p.73)
Ejercicio 24 Voorbeelduitwerking: ‘Estar guapa’ = ‘er mooi uitzien’. ‘Ser guapa’ = ‘mooi zijn’.




Ejercicio 25b
1 está
2 es
3 estoy
4 es
5 está
6 estoy
7 estás
8 es
9 estás
10 eres

Ejercicio 25a
1 es
2 está
3 es
4 es
5 es
6 estoy
7 soy
8 es
9 estoy
Ejercicio 25c
1 fue
2 era
3 estaba
4 eran
5 era
6 era
7 estaba
8 era
9 estamos
10 estoy

Slide 7 - Tekstslide

Comprobar Cap 7. ej. 1
Compara tus respuestas en grupos.
¿No estáis de acuerdo? Busca las líneas relevantes en el texto.
timer
3:00

Slide 8 - Tekstslide

Comprobar Cap 7. ej. 2-3: Peer feedback 
LAAT JE TEKSTEN LEZEN DOOR EEN KLASGENOOT
Inhoud: 
         1. Check of de genoemde punten zijn verwerkt -> geef een top en tip
         2. Check in hoeverre de lenguateca is toegepast -> geef een top en tip
Grammática:
         1. Markeer werkwoordfouten  (blauw)
         2. Markeer concordantiefouten  m/v/ev/mv   (rood)
         3. Markeer voorzetsel-fouten  (groen)

=> Tekst weer teruggekregen? Verbeter je fouten.
=> voorbeeldteksten staan op de volgende slides
timer
4:00

Slide 9 - Tekstslide

Cap. 7, ejercicio 2: verbeter je tekst en vul je glosario
Ejercicio 2
Voorbeelduitwerking:

Yo uso el ordenador muy a menudo. Lo uso sobre todo para conectarme a Facebook.
Cada día me paso con el ordenador al menos 3 horas, es mucho tiempo. Mis padres casi no usan el ordenador, mi hermano pequeño sí. El siempre está jugando a los videojuegos. Lo bueno de Facebook es que he conocido a un montón de personas. En Facebook son mis amigos, pero en realidad no lo son todos. Una ventaja del ordenador es que es muy útil, te puede ayudar a hacer amigos. Una desventaja es que mucha gente pasa demasiado tiempo delante del ordenador. Es muy malo para los ojos.

Noteer de onderstreepte woorden in je glosario

Slide 10 - Tekstslide

Cap. 7, ejercicio 3: verbeter je tekst en vul je glosario
Ejercicio 3, Voorbeelduitwerking:

Hola Steff:

He visto tu blog y me ha gustado un montón.
Sobre todo los textos y las fotos me gustan mucho. Me gustaría hacer un blog, porque me parece muy divertido tener un blog y me gusta escribir. Tengo la impresión de que es bastante difícil hacer un blog. ¿Te apetece ayudarme con esto?

Un saludo,
Paul





Noteer de onderstreepte woorden in je glosario

Slide 11 - Tekstslide

Ejercicio 2+3:
Wat voor fouten maakte je?
Wat ging juist goed?

Slide 12 - Open vraag

Deberes: Ciberdependencia (15m)
En grupos de 4 personas.
1. Discutid en español:
  • los efectos del móvil para los niños
  • las ventajas del uso del móvil en el instituto
  • las desventajas /inconvenientes del uso del móvil en el instituto

2. Haced un póster con palabras clave.  Usa un papel de formato A3 + rotulador.

3. Algunos grupos presentan su póster en pleno. Los otros alumnos comparan 
la información dado con su propio póster y opiniones -> ¿Cuáles son las 
diferencias? Explica en español.
timer
3:00
timer
3:00
timer
5:00

Slide 13 - Tekstslide

Gramática: los pasados (15m) 
REPASO: korte uitleg libro de referencia nr. 11 (p.18-20)
HACER: H7, ejercicio 4abc (libro 4, p.8-9)


¿No te acuerdas de las conjugaciones? Búscalas en el libro de referencia.
  • verbos regulares, libro de referencia nrs. 1-2-3
  • verbos irregulares ir, haber, hacer, tener, ser, decir, estar (libro de ref. p. 6-16)


timer
8:00

Slide 14 - Tekstslide

Cartas informales: leer y escribir(20m)
LEER y ESCRIBIR 

1. ESTUDIAR: Lenguateca A 'een ervaring beschrijven' (libro 4, Cap. 7, p.6)
2. ESTUDIAR: Signaalwoordenlijst (uitgedeeld en op teams): gebruik minimaal 3 verschillende signaalwoorden in je opdrachten, varieer.

3. HACER: Capítulo 7, ejercicio 5, 6, 7

3. GLOSARIO: noteer minimaal 3 woorden per leestekst in je glosario 
en leer ze uit je hoofd.



Slide 15 - Tekstslide

Evaluación
Wat ging jou goed af deze les?
Welke onderdelen vind je nog moeilijk?

Slide 16 - Open vraag

Los deberes
Estudiar: 
H6 vocab B (herhalen); 
H7 Lenguateca A); 
briefconventies informele brief herhalen en toepassen in je brieven, libro de referencia p.55-60

Hacer: 
Afmaken opdrachten vorige les (H7 opdr 4,5,6,7) 
Let op: gebruik minimaal 3 verschillende signaalwoorden per schrijfopdracht, varieer. 
Glosario: per tekst 3-5 woorden opnemen in je glosario. Leer deze woorden en herhaal ze wekelijks.


Slide 17 - Tekstslide

Ser - Estar- Hay (15m)
  1. VER: 2 columnas (SER y ESTAR). Ve el vídeo + completa las columnas: cuándo se usa  'ser', y cuándo 'estar'?
  2. ESTUDIAR: el uso de ser/estar/hay (grammaticaboekje onderbouw op Teams, nr 30-31.
  3. HACER: ¿Conoces las conjugaciones de ser  y estar ? Schrijf eerst op welke vervoegingen je nog weet, raadpleeg daarna het libro de referencia, werkwoorden-overzicht vanaf pagina 7 en noteer de vervoegingen: presente, perfecto, indefinido, imperfecto
  4. HACER: maak libro 3 p.72, ejercicio 25a

STER-oefening:
  • De keuze voor 'ser' of 'estar', kan de betekenis beïnvloeden, bijv. ser listo = slim zijn,  estar listo = klaar zijn.  Geinteresseerd? Lees dan ook libro 3 p.73 en maak oefening 25b.

Slide 18 - Tekstslide