Het interview

Hoe houd ik een boeiend interview?
Fragment
Introductie thema
Voorkennis activeren
Theorie
Opdracht fragment
Zelf aan de slag
Korte reflectie
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoe houd ik een boeiend interview?
Fragment
Introductie thema
Voorkennis activeren
Theorie
Opdracht fragment
Zelf aan de slag
Korte reflectie

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Link

'Mijn drijfveer is
nieuwsgierigheid'

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Acti-ve-ren

Slide 5 - Tekstslide


2: 'Kunt u voorbeelden geven van heftige dingen die u meemaakt?'
3: Gesloten vraag: 'Klopt dat?' 
Open vraag: 'En toen?'
6: - 'U zegt dat dat niet veel voorkomt.'
- 'Hoezo óók een vrouw?'
= dóórvragen

Slide 6 - Tekstslide

Theorie

Slide 7 - Tekstslide

Dus (tip: schrijf dit op!)...

- Stel vooral open vragen.

- Vraag naar feiten, meningen, maar ook naar gevoelens en drijfveren én naar voorbeelden.

- Stel vaak vervolgvragen, dus niet alleen als antwoord onduidelijk is. Want vervolgvragen leveren de beste antwoorden op!

- Aantekeningen maken tijdens interview hoeft niet, maar luister en durf een stilte te laten vallen!

Slide 8 - Tekstslide



?
Opdracht:
Sterke en minder sterke vragen?

Slide 9 - Tekstslide

- ‘Maar het spelen van een Shakespeare is niet moeilijker of makkelijker dan het spelen van een rol bij Schippers wat je doet, Wim T. Schippers, of een bijrol in Pleidooi?’
- ‘Dan is Shakespeare gemakkelijker?’
- ‘Waarom precies?’
- ‘Méén je dat nou?’
- ‘Je moet spelen!’
- ‘Maar bijvoorbeeld Wim Schippers vind je moeilijker dan Shakespeare?’
- ‘Zeg dat nog eens even in gewonemensenwoorden?’

Slide 10 - Tekstslide

- ‘Maar het spelen van een Shakespeare is niet moeilijker of makkelijker dan het spelen van een rol bij Schippers wat je doet, Wim T. Schippers, of een bijrol in Pleidooi?’ -> kan korter, krachtiger
- ‘Dan is Shakespeare gemakkelijker?’ -> herhaling
- ‘Waarom precies?’ -> vervolgvraag
- ‘Méén je dat nou?’ -> vervolgvraag
- ‘Je moet spelen!’ -> verdient een betere reactie
- ‘Maar bijvoorbeeld Wim Schippers vind je moeilijker dan Shakespeare?’ -> herhaling 
- ‘Zeg dat nog eens even in gewonemensenwoorden?’ -> duidelijkheid graag!
Hij vraagt niet naar voorbeelden.

Slide 11 - Tekstslide

Zelf
aan
de
slag

Slide 12 - Tekstslide




Nu jullie! Interview klasgenoot over zijn/haar favoriete hobby buitenshuis (5 minuten).

- Duo's staan vast.

- Voorbereiding: 3 minuten.

- Houd je aantekeningen erbij!

Slide 13 - Tekstslide

Korte reflectie:

Wat zijn jouw
pluspunten en kluspunten? 

Slide 14 - Tekstslide

Heb
plezier!

Slide 15 - Tekstslide