Introduction to English - 5

Introduction to English, Kim de Laaf
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Introduction to English, Kim de Laaf

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

last time....?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Today: March third
  • Taalblokken; 03: Texts are organised.
  • Present simple
  • Present continuous
  • Past simple

Slide 3 - Tekstslide

Taalblokken
- 0-meting R+L staat op dashboard (click SWEPVO) DO IT.
- Je 0-meting resultaat laat zien wat je mag overslaan op de leerroute voor reading & listening.
- Je leerroute maak je zelf buiten de lessen om.
- Tijdens de lessen maken we grammatica opdrachten.
- De test yourself+ assessments maak je zelf/ plan je bij mij in.
- Tijdens de les is er ruimte voor vragen .

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

He walks to school.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present simple

Rule                                                                                                                        Example
 Je gebruikt de tegenwoordige tijd (present simple)
als je het over het volgende hebt:
• feiten                                                                                                                   Water boils at 100 degrees.
• gewoontes                                                                                                        I usually get up at 6.30.
• toekomst als je een rooster/tijdschema/programma hebt       The train leaves at 7.30.
• levendig beschrijving/dramatisch effect                                          In 1099 William conquers England
Onderwerp (subject) + werkwoord (verb)









Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

He is walking to school right now.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present continuous
Present continuous
1. aan te geven dat iets NU aan de gang is. Signaalwoorden zijn o.a: "now, at the moment, listen..." enz.
2. aan te geven dat je iets van plan bent. Meestal staat er bij wanneer je in de toekomst dat van plan bent.
3. irritatie aan te geven

Maak de present continuous door: vorm van 'to be' (am/is/are) + ww+ ing
Susanne is singing right now

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Yesterday, he walked to school.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past simple
Je gebruikt de verleden tijd (past simple) als je het over het volgende hebt:
• iets plaats vond in het verleden op een specifieke tijd
• wanneer een vraagzin begint met When
• wanneer de inhoud van de zin een duidelijke verleden aantoont
 Vaak staat er ook een indicatie van tijd in de zin zoals, yesterday, ago, last etc.


Regelmatige werkwoorden (regular verbs): werkwoord + ed
Werkwoorden die eindigen op een -e krijgen alleen de -d er nog achter.
Werkwoorden die eindigen op een -c veranderen in -ck +ed.





Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let op:
+Let op! Als het ww eindigt op een medeklinker +y dan veranderd de -y in -ied.
Voorbeeld: study. De ‘d’ is een medeklinker dus: study-y=stud +ied.
Het wordt dus: Yesterday, I studied English.
Bij een aantal korte ww van 1 letergreep met een korte klinker ( a e i o u) zoals stop and grab wordt de medeklinker verdubbeld


+Als het woord eindigt op een -y met daarvoor een klinker: stay, kan er gewoon -ed achter;
Het wordt dus: She stayed with us last weekend.
Onregelmatige werkwoorden (irregular verbs): 2de rij

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Next time: March 10
- Do it yourself: Taalblokken: 04: Texts are structured
- If you have any topics/ language / culture-related topics you would like me to explain or discuss in the group, please send the topic to me before the next session so we can look at it together! :D

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies