Neue Kontakte A 1-2 hv kapitel 2 woorden grammatica

Kapitel 2
Woorden
Grammatica
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Kapitel 2
Woorden
Grammatica

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
- Je kent de persoonlijke voornaamwoorden in het Duits.
- Je kunt de werkwoorden "sein" en "haben" vervoegen.
- Je kunt de geleerde woordenschat in het Duits schrijven. 

Slide 2 - Tekstslide

Het werkwoord "haben"
Vertaal wanneer nodig de persoonlijke voornaamwoorden en vervoeg de werkwoorden. 

Slide 3 - Tekstslide

Ik heb

Slide 4 - Open vraag

jij hebt

Slide 5 - Open vraag

Wir ________ eine Katze

Slide 6 - Open vraag

_______ Sie das nicht verstanden?

Slide 7 - Open vraag

Het werkwoord "sein"
Vertaal wanneer nodig de persoonlijke voornaamwoorden en vervoeg de werkwoorden. 

Slide 8 - Tekstslide

Ik ben

Slide 9 - Open vraag

Wie is

Slide 10 - Open vraag

________ ihr morgen zu Hause?

Slide 11 - Open vraag

Ze zijn

Slide 12 - Open vraag

Het is

Slide 13 - Open vraag

Woordenschat
Vertaal de woorden naar het Duits. 
Je moet alleen de zelfstandige naamwoorden met hoofdletter schrijven.

Slide 14 - Tekstslide

de broer

Slide 15 - Open vraag

de halfbroer

Slide 16 - Open vraag

de jongen

Slide 17 - Open vraag

de neef

Slide 18 - Open vraag

de oom

Slide 19 - Open vraag

de stiefvader

Slide 20 - Open vraag

de vriend

Slide 21 - Open vraag

Huiswerk voor deze week
Leren woordenschat blz. 60 "het gezin" t/m "zijn"
Alle woorden van het Nederlands naar het Duits dus. 
Je moet deze woorden in het Duits kunnen schrijven.

Slide 22 - Tekstslide

Proefwerk
Donderdag 3 februari
Stof: 
Alle woorden
grammatica 
leestekst
geen zinnen

Slide 23 - Tekstslide