blok 1 - theater

• Culturele en kunstzinnige vorming
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

                  ckv h4/a4  - theater                  blok 2 -  week 43, 45 en 46

week	indeling	huiswerk
43	- Theater les 1 en 2	lezen hf 20
45	- Theater les 3 - Start 102 - Onderzoek opdracht	102 - thema uitkiezen
46	- Uitleg Theater etiquette - Theatervoorstelling 14/11 om 14:30 - 15:30 (H4) - Evaluatie activiteit met h4	102 - kunstwerken uitkiezen
47	- Les 2 aan onderzoek opdracht - Theatervoorstelling 21/11 om 20:15 - 22:00 (A4) - Evaluatie activiteit met a4	102- informatie verwerken
48	- Les 3 aan onderzoek - Opdracht inleveren en presenteren - Expo klas

h4/a4 - Planning blok 2 

planning muziek lesstof tot muziekfestival in Enkhuizen;16, 17 en 18 oktober week 42.

Lesstof is ter voorbereiding van deze activiteit. 

Zodat de leerling kennis heeft van muziek om muziekervaringen goed te kunnen analyseren en onderbouwen. 

Tijdens muziekfestival krijgen de leerlingen een opdrachtenboekje met vragen om in te vullen.

Wat is theater?

Is dit theater?

En dit dan?

Is dit theater?

Wat is theater?

Je hebt nodig: speelvlak, spelers en publiek.

Er zijn drie voorwaarden voor theater:

1. Maker en kijker(publiek) zijn tegelijk aanwezig

2. Theater vindt plaats in de tijd en ruimte van het hier en nu

3. Theater is niet te herhalen: elke voorstelling is anders

1 minute theater

We gaan kijken naar 5 verschillende stijlen theater. 

Opdracht: 

Schrijf 1 t/m 7 onder elkaar in je schrift. 

> Na elk fragment geef je deze een cijfer tussen de 1 en 10.

> Zoek op in je boek pagina 159 en 160, welke theater stijl het is.

 

1. dance 

2. urban

3. klassiek

4. jazz

5. rock

Welk theater voorstelling sprak jou het meeste aan:

Nummer 1 muziektheater (musical)

Nummer 2 bewegingstheater en muziektheater

Nummer 3 teksttoneel

Nummer 4 cabaret

Nummer 5 bewegingstheater

Nummer 6  locatie theater en muziektheater (opera)

Nummer 7 bewegingstheater

Schrijf in 3 zinnen op waarom! 

zet de timer evt. aan zodra de opdracht duidelijk is. 

Beetje tijdsdruk zodat ze niet te lang denken over hun antwoord.

Leg in 3 zinnen uit waarom.

> Lees nog een keer jouw 3 zinnen...

> Onderstreep woorden die over de voorstelling zelf gaan, zoals: dans, muziek, verhaal, beweging, emotie, kostuums/kleding, decor, licht, podium, tekst, locatie, stemgebruik, zang, geluid, grime (make up).

LET OP: er is niks goed of fout

Hoeveel heb jij onderstreept?  

- neem een aantal antwoorden klassikaal door.  

H4 - 14/11

Man met hoed

A4 - 21/11

Igone de Jong

Welke theaterstijl?

Verkennen opdracht 1

1a. Ben jij weleens in het theater geweest? 

       Welke voorstelling heb je toen gezien? 

       Sprak de voorstelling je toen aan of niet? Leg uit waarom.

b. Bekijk het programma van theaters bij jou in de buurt. 

     Kies 3 voorstellingen uit die je leuk lijken. Vergelijk je top 3 met die van een klasgenoot. 

Theaters in de buurt: De Drom (Enkhuizen), Het Postkantoor (Bovenkarspel),  Het Park (Hoorn)

                                             Het Pakhuis Theater (Hoorn)

Dit is opdracht uit Contrast boek mavo 

einde les 1

les 2 verbreden

- voorstelling kijkwijzer opdracht

- mise - en - scène kijkwijzer opdracht

- theatervormgeving kijkwijzer opdracht

- stemgebruik kijkwijzer opdracht

voorstelling

We gaan een scene uit de musical Beatle Juice kijken. 

Beantwoord de onderstaande vragen over de voorstelling.

> Voorstelling - gaat over de inhoud van het theaterstuk.

Schrijf op in je schrift; 

Wie? (de personages)

Wat? (verhaal/handeling)

Waar? (de locatie)

Waarom? (motief van personages)

Wanneer? (tijd)

voorstelling

Bespreek klassikaal de antwoorden op de vijf w's.

> Voorstelling - gaat over de inhoud van het theaterstuk.

Wie? (de personages)

Wat? (verhaal/handeling)

Waar? (de locatie)

Waarom? (motief van personages)

Wanneer? (tijd)

mise-en-scène

We gaan nu kijken naar een scene uit een voorstelling van The Ashton Brothers.

> Mise-en-scène - de manier waarop spelers het speelvlak gebruiken.

Noteer in je schrift en geef antwoord op de onderstaande vragen.

Hoe spelers het speelvlak opkomen?

                                                     ....   afgaan?

                                      ....    zich opstellen?

                             .....       zich verplaatsen?

mise-en-scène

Bespreek de antwoorden klassikaal.

> Mise-en-scène - de manier waarop spelers het speelvlak gebruiken.

Hoe spelers het speelvlak opkomen?

                                                     ....   afgaan?

                                      ....    zich opstellen?

                             .....       zich verplaatsen?

theatervormgeving

We gaan nu kijken naar dans scene uit The tales of Beatrix Potter.

> Theatervormgeving - alle middelen die het toneelbeeld van de voorstelling bepalen. 

Noteer in je schrift en geef antwoord op de onderstaande vraag.

Beschrijf wat je ziet wat betreft: 

1. decor               4. muziek/geluid

 2. licht                5. grime (make up)

3. kostuum        6. rekwisieten (voorwerpen die worden gebruikt)

theatervormgeving

Bespreek de antwoorden klassikaal.

> Theatervormgeving - alle middelen die het toneelbeeld van de voorstelling bepalen. 

1. decor               4. muziek/geluid

2. licht                 5. grime (make up)

3. kostuum        6. rekwisieten (voorwerpen die worden gebruikt)

stemgebruik

We gaan nu kijken naar een scene uit de cabaret voorstelling Adem in Adem uit van Jochem Meijer.

> stemgebruik - hoe acteurs hun stem gebruiken.

Noteer in je schrift en geef antwoord op de onderstaande vraag.

Beschrijf wat je ziet wat betreft: 

1. volume (hard, zacht?)              4. intonatie (gebruik van beklemtoning)

2. tempo (snelheid)

3. accent 

stemgebruik

Behandel klassikaal. 

> stemgebruik - hoe acteurs hun stem gebruiken.

1. volume (hard, zacht?)              4. intonatie (gebruik van beklemtoning)

2. tempo (snelheid)

3. accent 

einde les 2

ckv les 3 - theater

10 min - speelstijl

10 min - lichaam/mimiek

40 min - kijkwijzer theater

speelstijl

We gaan nu kijken naar een scene uit de theater voorstelling De gelaarsde poes.

> speelstijl- hoe acteurs acteren.

Noteer in je schrift wat van toepassing is en geef een voorbeeld.

1. gestileerd (overdreven)                                       4. contact met publiek

2. naturalistisch (net écht)

3. 4e wand (doen alsof er geen publiek is)

speelstijl

Behandel klassikaal.

> speelstijl- hoe acteurs acteren.

1. gestileerd (overdreven)                                       4. interactie met publiek

2. naturalistisch (net écht)

3. 4e wand (doen alsof er geen publiek is)

Lichaam

We gaan nu kijken naar een scene uit de voorstelling van cabaret duo Schudden.

> Lichaam - met de houding, beweging van hun lichaam en gezichtsuitdrukking (mimiek) 

                          kunnen acteurs van alles uitdrukken.

Noteer in je schrift de vragen onderop.

1. Welke emoties laten de acteurs zien?

- angst, woede, vreugde, verbazing, verdriet, afschuw, liefde, schaamte, schuld.

2. Geef een voorbeeld en leg uit hoe de acteur dit heeft uitgedrukt in houding en beweging.

* dramatisch (overdreven)      * naturalistisch (net écht)      * karikaturaal (typetje)

Lichaam

Klassikaal behandelen.

> Lichaam - met de houding, beweging van hun lichaam en gezichtsuitdrukking (mimiek) 

                          kunnen acteurs van alles uitdrukken.

1. Welke emoties laten de acteurs zien?

- angst, woede, vreugde, verbazing, verdriet, afschuw, liefde, schaamte, schuld.

2. Geef een voorbeeld en leg uit hoe de acteur dit heeft uitgedrukt in houding en beweging.

* dramatisch (overdreven)      * naturalistisch (net écht)      * karikaturaal (typetje)

kijkwijzer theater 2x

Jullie gaan kijken naar 5-10 minuten van een voorstelling. 

Kies uit:      1. STOMP      2. Alice in wonderland      3. Schudden (patat)      

                       4. birds         5. deca dance                       6. Najib Amhali    

Lees de kijkwijzer door en stel vragen als je een woord of vraag niet snapt.

Vul tijdens en/of erna de kijkwijzer voor theater in daarna nemen we samen de antwoorden door.

einde les 3