Signaalwoorden: herkennen en kennen
ZIJN HEEL BELANGRIJK: geven verband aan
Voorbeeldvragen: Wat is de functie van alinea 2? Wat is het verband tussen alinea 3, 4 en 5?
Voorbeeldvragen: vr.2, blz. 26 & vr.5, blz. 30
Zij verwijzen dus ook (naar voren of naar achter).
Verwijswoorden als dat/dit/die/deze verwijzen ook!