1BK - Fictie

Wat gaan we doen vandaag?
  • Lesdoelen bespreken
  • Theorie perspectieven, personages en genres
  • Schrijfopdracht
  • Afsluiting





1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen vandaag?
  • Lesdoelen bespreken
  • Theorie perspectieven, personages en genres
  • Schrijfopdracht
  • Afsluiting





Slide 1 - Tekstslide

Onze lesdoelen:
  • Je kan het verschil tussen fictie en non-fictie uitleggen.
  • Je kan de begrippen perspectief, personage en genre uitleggen.

Slide 2 - Tekstslide

Fictie
Fictie = verzonnen verhalen

- Sprookjes
- Leesboeken
- Gedichten


Slide 3 - Tekstslide

Non-fictie
Non-fictie = teksten over de werkelijkheid, (dus NIET verzonnen)

- Autobiografieën 
- Nieuwsberichten
- Recepten

Slide 4 - Tekstslide


Fictie of non-fictie?
Is dit fictie of non-fictie?
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 5 - Quizvraag


Fictie of non-fictie?
Is dit fictie of non-fictie?
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 6 - Quizvraag


Fictie of non-fictie?
Is dit fictie of non-fictie?
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 7 - Quizvraag


Fictie of non-fictie?
Is dit fictie of non-fictie?
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 8 - Quizvraag

Perspectieven
  • Ik-perspectief
  • Hij/zij-perspectief 
  • Er bovenhangend / alwetend 
  • Wisselend perspectief




Slide 9 - Tekstslide

Personages
  • Hoofdpersoon of
    hoofdpersonen
  • Bijfiguren




Slide 10 - Tekstslide

Een verhaal heeft een genre (een verhaalsoort). Welke genres ken jij?

Slide 11 - Open vraag

Genres

Slide 12 - Tekstslide

Denken - delen - uitwisselen
  • Wat?                  Schrijf het perspectief, de personages en het                                    genre van Snitch op 
  • Hoe?                  Alleen 
  • Hulp?                 Geen
  • Tijd?                   5 minuten
  • Uitkomst?       Je gebruikt de geleerde begrippen 
  • Klaar?                Bespreek jouw aantekeningen met je buur              
                                  






Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Vanuit welk perspectief is Voor vrienden door het vuur geschreven?
A
ik-perspectief
B
hij/zij-perspectief
C
alwetend perspectief

Slide 15 - Quizvraag

Wie zijn de personages in Voor vrienden door het vuur?

Slide 16 - Open vraag

Opdracht
  • Wat?                  Herschrijf of verleng het einde van het verhaal
                                  Doe dit in minimaal 200 woorden
  • Hoe?                  Alleen, dus in stilte
  • Hulp?                 Docent
  • Tijd?                   Tot de afsluiting van de les
  • Uitkomst?       Je bent zelf met genre, perspectief en personages bezig
  • Klaar?                Pas eventuele schrijffouten aan             

                                    Lever in via Magister (ELO > Opdrachten)




Slide 17 - Tekstslide

Afsluiting
Hebben we de lesdoelen behaald?
  • Ik kan het verschil tussen fictie en non-fictie uitleggen.
  • Ik kan de begrippen perspectief, personage en genre uitleggen.



Slide 18 - Tekstslide