Paragraaf 2: Chromosomen doorgeven + Paragraaf 3: Je lijkt op

Hoofdstuk 11: Erfelijkheid
Paragraaf 2: Chromosomen doorgeven + 3: Je lijkt op...
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 11: Erfelijkheid
Paragraaf 2: Chromosomen doorgeven + 3: Je lijkt op...

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Leerdoelen doornemen
  • Herhaling + voorkennis
  • Uitleg paragraaf 2: Chromosomen doorgeven + 3: Je lijkt op
  • Aan het werk!

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kan ik...
  • Beschrijven hoe chromosomen worden doorgegeven;
  • Het verloop van mitose beschrijven;
  • Het verloop van meiose beschrijven;
  • Beschrijven wat homozygoot, heterozygoot, recessief en dominant is;
  • Beschrijven hoe je genotypen noteert

Slide 3 - Tekstslide

Bij welk type celdeling worden er lichaamscellen gemaakt?
A
Mitose
B
Meiose

Slide 4 - Quizvraag

Hoeveel chromosomen hebben de dochtercellen na de mitose (bij de mens)?
A
23
B
46

Slide 5 - Quizvraag

Bij welk type celdeling worden er geslachtscellen gemaakt?
A
Mitose
B
Meiose

Slide 6 - Quizvraag

Hoeveel chromosomen hebben de dochtercellen na de meiose (bij de mens)?
A
23
B
46

Slide 7 - Quizvraag

Waarom hebben dochtercellen na meiose maar de helft van de chromosomen?

Slide 8 - Open vraag


A
Alleen eeneiig
B
Alleen twee-eiig
C
Zowel eeneiig als twee-eiig

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Mitose
  • Bij mitose worden er lichaamscellen gevormd
  • De dochtercellen hebben evenveel chromosomen als de moedercel

Slide 11 - Tekstslide

Mitose
  • Bij mitose worden er lichaamscellen gevormd
  • De dochtercellen hebben evenveel chromosomen als de moedercel

Slide 12 - Tekstslide

Meiose
  • Bij meiose worden geslachtscellen gemaakt
  • De dochtercellen bevatten de helft van de chromosomen van de moedercel

Slide 13 - Tekstslide

Meiose
  • Bij meiose worden geslachtscellen gemaakt
  • De dochtercellen evatten de helft van de chromosomen van de moedercel

Slide 14 - Tekstslide

Homozygoot/heterozygoot
  • Alle erfelijke eigenschappen bij elkaar noem je het genotype.
  • Op elk chromosoom ligt per erfelijke eigenschap één gen.
  • Je hebt dus 2 genen per erfelijke eigenschap

Slide 15 - Tekstslide

Homozygoot/heterozygoot
  • Alle erfelijke eigenschappen bij elkaar noem je het genotype.
  • Op elk chromosoom ligt per erfelijke eigenschap één gen.
  • Je hebt dus 2 genen per erfelijke eigenschap

Slide 16 - Tekstslide

Homozygoot/heterozygoot
  • Alle erfelijke eigenschappen bij elkaar noem je het genotype.
  • Op elk chromosoom ligt per erfelijke eigenschap één gen.
  • Je hebt dus 2 genen per erfelijke eigenschap
  • Zijn deze 2 hetzelfde? Homozygoot
  • Zijn deze 2 verschillend? Heterozygoot

Slide 17 - Tekstslide

Homozygoot
Homozygoot
Homozygoot
Heterozygoot
Heterozygoot
Heterozygoot

Slide 18 - Sleepvraag

Dominant/recessief
  • De ouders van  Stefan (vorige opdracht) hebben 2 verschillende genen voor haarkleur: donker en rood.
  • Hun haarkleur is donker
  • Het gen voor donkere haarkleur overheerst over rood, en is dus dominant.
  • Het gen voor rode haarkleur is dus recessief

Slide 19 - Tekstslide

Genotypen noteren
  • Is het gen dominant? Dan krijg het een hoofdletter (A, B, D, E, F, G, H, K, M, N, P, Q, R, T, V, W, Z)
  • Is het gen recessief? Dan krijgt het een kleine letter (a, b, d, e, f, g, k, m, n, p, q, r, t, v, w, z)
  • Zorg ervoor dat de hoofd- en kleine letters makkelijk te onderscheiden zijn 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Dominant
Dominant
Dominant
Recessief
Recessief
Recessief
Heterozygoot
Homozygoot

Slide 22 - Sleepvraag

Intermediair
  • Soms is er geen sprake van dominant of recessief, maar zijn beide genen even sterk. 
  • Als een individu heterozygoot is en een gemengd fenotype heeft, dan noem je dat intermediair.
  • Dit wordt anders aangegeven: een hoofdletter voor de eigenschap en een kleine letter voor het fenotype

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Aan het werk!
Wat: 11.2: 1, 3, 4, 6, 7, 8, 10, 11, 12
11.3: 3, 4, 5, 6, 7, 8 , 9
Hoe: Fluisteren
Tijd: 10 minuten
Hulp: Steek je vinger op
Klaar: Nakijken + verbeteren + 11.4 lezen
Uitkomst: 11.1 en 11.2 zijn af (volgens de planner)
timer
10:00

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Hoe geef je chromosomen door
  • Bij bevruchting smelten de celkern van een eicel en de celkern van een zaadcel samen
  • De erfelijke eigenschappen van de ouders worden gecombineerd
  • Je krijgt van elk chromosomenpaar één chromosoom van je moeder, en één van je vader 

Slide 27 - Tekstslide