1.5. en 1.6. IJsselmeergebied en de Zuidwestelijke delta

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Welkom

& de beste wensen voor 2025!

Maken examenopgave Dijkverlegging bij Cortenoever (te vinden in digitale studiewijzer (Word bestand)

HW voor DO:

Zelfstandig paragraaf 1.5. bestuderen + maken opdrachten opdr. 1 t/m 5 (!) op pag. 30 in je lesboek

Of uitleg over: Zuiderzeewet, ontstaan IJsselmeer, Deltawerken.

Water de rivier geeft en neemt

Hoge stroomsnelheid
- Rivier snijdt zich in (V-dal)

- Meer erosie, minder sedimentatie

Lagere stroomsnelheid
- Rivier gaat meanderen

- als gevolg van erosie en sedimenatie

Laagste stroomsnelheid
- relatief veel sedimentatie

- rivier gaat zich vertakken

Welkom!

Bespreken huiswerkopdrachten 

Keuze:

Zelfstandig maken examenopgave in magister

Of Lezen par. 6, maken opdr. 1, 2, 3A+E, 4 (!), 5(!) en 6 (!) op pag. 34 en 35 in je lesboek

Of uitleg over: 

WERKBLAD af- en aanvoergebieden Nederland

Welke wereldwijde gebeurtenis hield in
1916 de wereld(Europa) in zijn greep waar
Nederland geen deel aan nam?

Er waren al plannen om de Zuiderzee in te polderen, maar door WO 1 belande deze in de ijskast. Tot 1916. De waternoodsramp

1.5. IJsselmeergebied en de Zuidwestelijke delta

Zoek de verschillen

Cornelis Lely

"Maak de kustlijn korter"

Benoem de verschillen van de vorige afbeelding

Zuiderzee 1916

Noordwesterstorm + hoge waterstand in rivieren door extreme neerslag

Zuiderzee

Inpolder plan Cornelis Lely:
Meer landbouwgrond i.v.m. voedsel te korten (WO1) en veiligheid

Het IJsselmeergebied nu

Zoetwater

- Belangrijk als zoetwatervoorraad.

- Grootste zoetwateropslag in Nederland.
- Met klimaatverandering gaat het IJsselmeer dus steeds een belangrijkere rol spelen.

Zuidwestelijke Delta

Verlandingsplan
gemaakt in 1942!

- Voorloper van het Deltaplan
- In 1946 concludeerde de Stormvloedcommissie dat alle dijken in Zuidwest Nederland te laag waren.

1953

- De afsluitingsplannen der Tussenwateren verscheen

29 januari 1953.

- Drie dagen later, op 1 februari 1953, de watersnood.

Door de aanleg van de Deltawerken is de kust met 700km korter geworden.

Als de Maeslantkering  sluit
ivm een storm...

De storm stuwt het zeewater tegen de kering aan. 

Doordat de kering dicht zit, kan de rivier het water niet op zee afwateren... 

1.6

Vandaag: Bespreken HW opdracht 5 par. 1.5. + 1.6.: 1-2-3A +E

Waarom is, ondanks het bouwen van afsluitbare waterkeringen, het gevaar voor overstromingen in Nederland niet geweken? 

uitleg over gevolgen van klimaatverandering, verschil absolute- en relatieve zeespiegelstijging, 

Zuiderzeewerken

Deltawerken

Klimaatverandering

-> Temperatuurstijging

gevolgen?

1. Warmere en drogere zomers.

2. Meer neerslag in kortere tijd

3. Zeespiegelstijging, door smeltend land- en zeeijs. 

Op welke manier heeft Nederland last van smeltende ijskappen en gletsjers?

Zeespiegelstijging

Absolute stijging

Relatieve stijging

Zeespiegelstijging

Zeespiegelstijging

Klimaatverandering                  

 -> Smelten van landijs;                    

 -> Toename volume water;

-> herstel isostatisch evenwicht; 

-> Inklinking bodem; menselijke oorzaak --> relatieve zeespiegelstijging

 

West- en Noord-Nederland zakken weg
--> bodemdaling

Door 3 manieren:

1. Door bemaling klinken de klei en veengebieden in. 

Dit proces is onomkeerbaar.

2. Door winning van olie, zout en gas dalen sommige gebieden extra hard.

Door het afsmelten van de Scandinavische ijsmassa’s (sinds de laatste ijstijd) daalt het noordwesten.

Meer dreiging vanuit de zee en rivieren. Nederland moet blijven bemalen om droge voeten te houden!

Grootste risico

Grootste risico op overstroming in NL is een combinatie van:

 - springtij; 

- noordwesterstorm;

- piekafvoer van de rivieren. 

Bodemdaling (1/2)

Inklinking veen als gevolg van verdroging

Absolute zeespiegelstijging!

Bodemdaling!

Hoe hoog is dan de relatieve zeespiegelstijging?

1. 4 meter
2. 3 meter
3. 2 meter
4. 1 meter

Is de bescherming (nog) wel genoeg?

Aan de slag!

 Lezen par. 6, maken opdr. 1, 2, 3A+E, 4 (!), 5(!) en 6 (!) op pag. 34 en 35 in je lesboek