H5 Lezen

Lezen H5
Een tekstgedeelte (een of meer zinnen of een of meer alinea’s) heeft binnen een tekst een bepaalde functie, die je kunt aanduiden met een functiewoord. 

Voorbeelden van functiewoorden zijn: argument, conclusie, standpunt, voorbeeld, aanbeveling, aanleiding, constatering, gevolg, oorzaak, oplossing, probleemstelling, samenvatting, tegenwerping en uitwerking.
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Lezen H5
Een tekstgedeelte (een of meer zinnen of een of meer alinea’s) heeft binnen een tekst een bepaalde functie, die je kunt aanduiden met een functiewoord. 

Voorbeelden van functiewoorden zijn: argument, conclusie, standpunt, voorbeeld, aanbeveling, aanleiding, constatering, gevolg, oorzaak, oplossing, probleemstelling, samenvatting, tegenwerping en uitwerking.

Slide 1 - Tekstslide

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Goedemiddag klas 3E

Vandaag...
- Lezen hoofdstuk 5




Leerdoelen:
- Ik ken de betekenis van veelvoorkomende functiewoorden
- Ik kan functies van delen van de tekst benoemen
Huiswerk dinsdag 7 juni
Maken: Lezen hoofdstuk 5:  opdracht  4

Slide 2 - Tekstslide

Oefenen!
Een aantal van de bekendste functiewoorden...

Slide 3 - Tekstslide

aanleiding
A
Dat wat de schrijver tot het schrijven van de tekst aanzette
B
Vaststelling van een feit of verschijnsel
C
Resultaat van waarnemingen en overdenkingen van de schrijver
D
Verhaaltje dat de schrijver vertelt als illustratie bij het onderwerp van de tekst

Slide 4 - Quizvraag

constatering
A
Vaststelling van een feit of verschijnsel
B
Samenvattende omschrijving van de kenmerken van een begrip
C
Resultaat van Samenvattende omschrijving van de kenmerken van een begrip
D
Resultaat van waarnemingen en overdenkingen van de schrijver

Slide 5 - Quizvraag

definitie
A
Nadenken over wat het beste is
B
Voorwaarde of beperking bij een toezegging
C
Iets dat nodig is of eerst moet gebeuren voordat iets anders kan gebeuren
D
Samenvattende omschrijving van de kenmerken van een begrip

Slide 6 - Quizvraag

aanleiding
A
Jouw opvatting over iets stellen tegenover de mening van een ander
B
Vaststelling van een feit of verschijnsel
C
Resultaat van waarnemingen en overdenkingen van de schrijver
D
Voorwaarde of beperking bij een toezegging

Slide 7 - Quizvraag

argument
A
Jouw opvatting over Het verduidelijken van iets door meer details te geven en/of de mening iets minder scherp te maken
B
Wat uit iets voortvloeit
C
Resultaat van waarnemingen en overdenkingen van de schrijver
D
Feiten of voorbeelden waarmee je een stelling probeert te bewijzen

Slide 8 - Quizvraag

Opdracht 4

Slide 9 - Tekstslide

- Lees de tekst en onderstreep van iedere alinea de belangrijkste zin.
- Maak vraag 1 t/m 12


Slide 10 - Tekstslide

In hoeverre heb je het lesdoel gehaald:
Ik kan de functie van een tekst(gedeelte) herkennen en daar een functiewoord bij plaatsen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 11 - Poll