Les H7.1 en H7.2 (combiles)

Telefoon?
Voor aanvang van de les in de kluis of op eigen risico in de bak. 

Zorg dat je op tafel hebt liggen: 
- Pen;
-Rekenmachine; 
- Schrift; 
- Boek
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 38 slides, met tekstslides en 8 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Telefoon?
Voor aanvang van de les in de kluis of op eigen risico in de bak. 

Zorg dat je op tafel hebt liggen: 
- Pen;
-Rekenmachine; 
- Schrift; 
- Boek

Slide 1 - Tekstslide

Programma 
  • Wat kun je deze deeltaak verwachten?
  • Registreren eindexamensite
  • Doelen van deze les 
  • Uitleg paragraaf 7.1
  • 10 minuten in stilte aan het werk
  • Bespreken vraag van de week
  • Aan het werk (keuze) 
  • Afronding van deze les 

Slide 2 - Tekstslide

Wat kun je deze deeltaak verwachten?

Deze deeltaak is er geen toets. 

In deeltaak 4 krijg je een toets over H1 t/m H8. Dit is de laatste toets van economie over de gehele examenstof. Deze toets is een goede graadmeter voor je examenresultaat.  

Slide 3 - Tekstslide

Eindexamensite
Koppel je met de link op its learning > economie > mededeling. 

Ideaal om je voor te bereiden op toetsen, eindexamen èn als keuzewerk om af te tekenen. 

Slide 4 - Tekstslide

Doelen van deze les (H7.1)
  • Je weet wat export voor Nederland oplevert. ​
  • Je weet dat niet alle import naar Nederland voor Nederlandse consumenten is. ​
  • Je kent de verschillen tussen een open en gesloten economie
  • Je kunt rekenen met de importquote en exportquote
  • Je weet wat we bedoelen met wederuitvoer. En waarom Nederland hier zo sterk in is. 

Slide 5 - Tekstslide

Doelen van deze les (H7.2)
  • Je weet waarom er handelsbelemmeringen zijn. 
  • Je weet welke handelsbelemmeringen er zijn. 
  • Je weet waarom en hoe de Europese Unie (EU) de landbouwsector steunt en dat ze dit beleid hebben aangepast. 

Slide 6 - Tekstslide

Import



Goederen of diensten gaan het land in.
Er gaat geld naar het buitenland
          
Voorbeelden: We voeren bananen in
                             Ed Sheeran geeft een concert in de Ziggo Dome
                             Wij gaan op schoolreis naar Berlijn!




Bedrijven exporteren, 
de overheid doet dit in principe niet. 

Slide 7 - Tekstslide

Export
Goederen of diensten gaan het land uit.
Het buitenland betaald ons geld. Er komt dus geld binnen

Bijvoorbeeld : Een Nederlands baggerbedrijf baggert in Dubai
                              Ed Sheeran drinkt Jenevertjes en fietst door Zuid
                              We verkopen Beemsterkaas aan Duitsland

Bedrijven exporteren, 
de overheid doet dit in principe niet. 

Slide 8 - Tekstslide

Wederuitvoer 
Niet alle producten die in de Rotterdamse haven binnenkomen zijn voor Nederlandse consumenten. Een groot deel verkopen wij, na een kleine aanpassing, weer door een andere landen. 

Dit noemen we wederuitvoer

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Slide 13 - Tekstslide

handelsbalans
De handelsbalans (of goederenbalans) geeft een overzicht van de exportwaarde en de importwaarde van goederen. Het verschil tussen de export- en importwaarde noem je het saldo van de handelsbalans. 




Uitvoertekort = negatief saldo handelsbalans 
Uitvoeroverschot = positief saldo handelsbalans 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Nationaal inkomen
De optelsom van alle inkomens uit arbeid en bezit (zoals loon, rente, huur, pacht).

Wat zegt dit? Je kunt pas vergelijken met andere landen als je het inkomen per hoofd van de bevolking weet.


nationaal inkomen : aantal inwoners = inkomen per inwoner

Slide 16 - Tekstslide

Open economie
Nederland heeft een open economie. Dat wil zeggen dat er veel handel is met andere landen. 

Of Nederland naar verhouding veel met het buitenland handelt kun je meten m.b.v. de export- en importquote. 

Slide 17 - Tekstslide

Gesloten economie
Noord-Korea heeft een gesloten economie. Dat wil zeggen dat er geen of weinig handel is met andere landen. 

Of Noord-Korea naar verhouding veel met het buitenland handelt kun je meten m.b.v. de export- en importquote.

Slide 18 - Tekstslide

Importquote
het percentage van het nationaal inkomen (= wat totaal in een land wordt verdiend) dat wordt uitgegeven aan import
Exportquote
het percentage van het nationaal inkomen (= wat totaal in een land wordt verdiend) dat wordt verdiend met export

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Voordelen vrijhandel
Landen gaan zich specialiseren in een bepaald onderdeel van het productieproces. 

Bedrijven kunnen hun producten en diensten verkopen in andere landen van de wereld.

Slide 21 - Tekstslide

Nadeel vrijhandel
Door buitenlandse concurrentie kunnen bedrijven failliet gaan.

Slide 22 - Tekstslide

De EU en de internationale handel

  • Nederland moet concurreren met bedrijven uit andere landen
  • Een deel hiervan is binnen de EU maar ook buiten de EU zoals China of de VS

  • De EU kan maatregelen nemen waarmee ze de productie en werkgelegenheid van bedrijven binnen de EU beschermt tegen concurrentie van buitenaf
  • Dit noem je protectiemaatregelen

Slide 23 - Tekstslide

Om bedrijven in de EU te beschermen kan de EU deze protectiemaatregelen inzetten:




  • invoerrechten (of douanerechten of importheffingen) heffen. De douane heft belasting op ingevoerde producten. Deze producten worden daardoor duurder.
  • contingentering (of importquota) instellen. Een maximum stellen aan het aantal producten dat mag worden ingevoerd.
  • Een invoerverbod instellen. Bepaalde goederen mogen dan helemaal niet worden ingevoerd in de EU.
  • Exportsubsidie geven. De EU of de Nederlandse overheid geeft subsidie aan exporterende bedrijven. Die bedrijven kunnen hun producten dan goedkoper aan het buitenland verkopen.

Subsidie?
Subsidie is geld van een overheid om iets goeds uit te voeren. Een veelvoorkomende situatie is het geven van subsidie als je zonnepanelen koopt voor je huis. De overheid geeft je dan een percentage van de aankoopprijs, zodat je dit eerder gaat kopen. 

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

WTO 
World Trade Organization
= Wereld Handelsorganisatie
Leidt de onderhandelingen om wereldwijd de vrije handel te bevorderen en afspraken te maken over het afschaffen van protectiemaatregelen.

Voorwaarde daarbij is dat de concurrentie tussen die landen eerlijk moet verlopen. Dat betekent overal fatsoenlijke arbeidsomstandigheden, geen kinderarbeid en bijvoorbeeld dezelfde milieuregels.

Slide 26 - Tekstslide

Exportsubsidie landbouw gestopt
  • Europese boeren kregen in het verleden subsidie, zodat zij voldoende voedsel zouden produceren voor de bevolking van de Europese Unie. 
  • Die subsidie was zo aantrekkelijk, dat boeren veel te veel gingen produceren. Een deel van die productie werd voor een lage prijs in arme landen verkocht. Dat ging ten koste van lokale boeren in die landen.
  • Om de vrijhandel te bevorderen, besloot de EU om te stoppen met het geven van exportsubsidies op landbouwproducten.


Slide 27 - Tekstslide

Hoe is het nu?
De EU geeft subsidies aan:
  • Boeren die minder dieren per hectare houden
  • Meer groen aanleggen, zoals extra groenstroken langs weilanden. 

Extra geld beschikbaar voor:
  • Boeren die overschakelen naar productie waar veel vraag naar is, zoals biologisch boeren. 

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Slide 30 - Video

Slide 31 - Video

Aan het werk 


De komende 10 minuten gaat iedereen aan het werk met deze opdrachten. Je kunt nu geen vragen stellen of overleggen. 
Deze les maken H7.1: 1 t/m 10 en H7.2: 1 t/m 10. 
Begin met vragen 6 (H7.1) en 3 + 5 (H7.2),
deze gaan we zo bespreken.

timer
10:00

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Keuzewerk


Je kunt aan de slag met de volgende keuzes: 
  • Huiswerk maken verplicht: H7.1: 1 t/m 7, 9 en 10. 
  • Werken op eindexamensite (hiermee afronden mogelijk)
  • Oefenen Quizlet
  • Maken eigen samenvatting + rekenopdrachten 
  • Eigen keuze: in overleg met Tobias
timer
10:00

Slide 36 - Tekstslide

Afronding van deze les 
  • Je weet wat export voor Nederland oplevert. ​
  • Je weet dat niet alle import naar Nederland voor Nederlandse consumenten is. ​
  • Je kent de verschillen tussen een open en gesloten economie
  • Je kunt rekenen met de importquote en exportquote
  • Je weet wat we bedoelen met wederuitvoer. En waarom Nederland hier zo sterk in is. 

Slide 37 - Tekstslide

Tot later!

Slide 38 - Tekstslide