Les H7.1

Programma 
  • Wat kun je deze deeltaak verwachten?
  • Registreren eindexamensite
  • Doelen van deze les 
  • Uitleg paragraaf 7.1
  • Aan het werk (keuze) 
  • Afronding van deze les 
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Programma 
  • Wat kun je deze deeltaak verwachten?
  • Registreren eindexamensite
  • Doelen van deze les 
  • Uitleg paragraaf 7.1
  • Aan het werk (keuze) 
  • Afronding van deze les 

Slide 1 - Tekstslide

Wat kun je deze deeltaak verwachten?

Deze deeltaak is er geen toets. 

In deeltaak 4 krijg je een toets over H1 t/m H8. Dit is de laatste toets van economie over de gehele examenstof. Deze toets is een goede graadmeter voor je examenresultaat.  

Slide 2 - Tekstslide

Registreren eindexamensite
Wil je nu al oefenen? Gebruik eindexamensite! Maak examen 'aftekenen economie 6,5 of hoger' rond je deze gemiddeld af met een 6,5? Dan teken je hiermee af als recht voor herkansing voor deeltaak 4. Na dit examen nog geen 6,5? Maak er dan nog een uit 2021, enzovoorts. 
Registreren:
Ga naar eindexamensite.nl 
inloggen via entree > Montessori College Arnhem > its learning
Gebruik via koppel aan klas (menu links)
 de koppelcode: YZZKL of gebruik de link op its learning

Slide 3 - Tekstslide

Doelen van deze les 
  • Je weet wat export voor Nederland oplevert. ​
  • Je weet dat niet alle import naar Nederland voor Nederlandse consumenten is. ​
  • Je kent de verschillen tussen een open en gesloten economie
  • Je kunt rekenen met de importquote en exportquote
  • Je weet wat we bedoelen met wederuitvoer. En waarom Nederland hier zo sterk in is. 

Slide 4 - Tekstslide

Import



Goederen of diensten gaan het land in.
Er gaat geld naar het buitenland
          
Voorbeelden: We voeren bananen in
                             Ed Sheeran geeft een concert in de Ziggo Dome
                             Wij gaan op schoolreis naar Berlijn!




Bedrijven exporteren, 
de overheid doet dit in principe niet. 

Slide 5 - Tekstslide

Export
Goederen of diensten gaan het land uit.
Het buitenland betaald ons geld. Er komt dus geld binnen

Bijvoorbeeld : Een Nederlands baggerbedrijf baggert in Dubai
                              Ed Sheeran drinkt Jenevertjes en fietst door Zuid
                              We verkopen Beemsterkaas aan Duitsland

Bedrijven exporteren, 
de overheid doet dit in principe niet. 

Slide 6 - Tekstslide

Wederuitvoer 
Niet alle producten die in de Rotterdamse haven binnenkomen zijn voor Nederlandse consumenten. Een groot deel verkopen wij, na een kleine aanpassing, weer door een andere landen. 

Dit noemen we wederuitvoer

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Pieter besteld via internet een nieuwe laptop in Amerika. Er is sprake van:
A
Import
B
Export
C
Wederuitvoer
D
Geen van de drie

Slide 9 - Quizvraag

Pieter verkoopt zijn oude laptop aan zijn buurman. Er is sprake van:
A
Import
B
Export
C
Wederuitvoer
D
Geen van de drie

Slide 10 - Quizvraag

Pieter kon ook zijn oude laptop verkopen aan een vriend in Duitsland. Dan is er sprake van:
A
Import
B
Export
C
Wederuitvoer
D
Geen van de drie

Slide 11 - Quizvraag

Stel Pieter koopt de Amerikaanse laptops om daarna, met nieuwe software, te verkopen aan Duitse klanten. Waar is dan sprake van?

A
Import
B
Export
C
Wederuitvoer
D
Geen van de drie

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

Slide 15 - Tekstslide

handelsbalans
De handelsbalans (of goederenbalans) geeft een overzicht van de exportwaarde en de importwaarde van goederen. Het verschil tussen de export- en importwaarde noem je het saldo van de handelsbalans. 




Uitvoertekort = negatief saldo handelsbalans 
Uitvoeroverschot = positief saldo handelsbalans 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Nationaal inkomen
De optelsom van alle inkomens uit arbeid en bezit (zoals loon, rente, huur, pacht).

Wat zegt dit? Je kunt pas vergelijken met andere landen als je het inkomen per hoofd van de bevolking weet.


nationaal inkomen : aantal inwoners = inkomen per inwoner

Slide 18 - Tekstslide

Open economie
Nederland heeft een open economie. Dat wil zeggen dat er veel handel is met andere landen. 

Of Nederland naar verhouding veel met het buitenland handelt kun je meten m.b.v. de export- en importquote. 

Slide 19 - Tekstslide

Gesloten economie
Noord-Korea heeft een gesloten economie. Dat wil zeggen dat er geen of weinig handel is met andere landen. 

Of Noord-Korea naar verhouding veel met het buitenland handelt kun je meten m.b.v. de export- en importquote.

Slide 20 - Tekstslide

Importquote
het percentage van het nationaal inkomen (= wat totaal in een land wordt verdiend) dat wordt uitgegeven aan import
Exportquote
het percentage van het nationaal inkomen (= wat totaal in een land wordt verdiend) dat wordt verdiend met export

Slide 21 - Tekstslide

import- en exportquote
Het percentage van de totale importwaarde of exportwaarde ten opzichte van het nationaal inkomen.


Nationaal inkomen: 581,5 miljard en Importwaarde 332,3 miljard

Slide 22 - Tekstslide

Uitwerking import- en exportquote

Slide 23 - Tekstslide

Het nationaal inkomen van een land is € 785 miljard. De exportwaarde is € 456 miljard. Bereken de exportquote.

Formule: exportwaarde : nationaal inkomen x 100%

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Video

Aan het werk 


De komende 10 minuten gaat iedereen aan het werk met deze opdrachten. Je kunt nu geen vragen stellen of overleggen. 

Deze les maken H7.1: 1 t/m 10. 
Begin met vragen 6 en 9, deze gaan we zo bespreken.

timer
10:00

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Keuzewerk


Je kunt aan de slag met de volgende keuzes: 
  • Huiswerk maken verplicht: H7.1: 1 t/m 7, 9 en 10. 
  • Werken op eindexamensite (hiermee afronden mogelijk)
  • Oefenen Quizlet
  • Maken eigen samenvatting + rekenopdrachten 
  • Eigen keuze: in overleg met Tobias
timer
10:00

Slide 29 - Tekstslide

Afronding van deze les 
  • Je weet wat export voor Nederland oplevert. ​
  • Je weet dat niet alle import naar Nederland voor Nederlandse consumenten is. ​
  • Je kent de verschillen tussen een open en gesloten economie
  • Je kunt rekenen met de importquote en exportquote
  • Je weet wat we bedoelen met wederuitvoer. En waarom Nederland hier zo sterk in is. 

Slide 30 - Tekstslide

Tot later!

Slide 31 - Tekstslide