C 1-§ 2 Lezen-havo2



Wat gaan we doen vandaag?

timer
10:00
Doel van de les
Tien minuten stil lezen

Start nieuw onderwerp
Huiswerk bespreken

Aan het werk
 

Telefoon in de kluis! IPad in je tas en je jas over de stoel
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les



Wat gaan we doen vandaag?

timer
10:00
Doel van de les
Tien minuten stil lezen

Start nieuw onderwerp
Huiswerk bespreken

Aan het werk
 

Telefoon in de kluis! IPad in je tas en je jas over de stoel

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?


Oftewel, wat is het doel van deze les?


Na deze les weet je hoe je tekstverbanden kunt herkennen aan de hand van signaalwoorden en kun je een vergelijkend, samenvattend en doel-middelverband in een tekst herkennen.


Slide 3 - Tekstslide

In een goede tekst hangen woorden, zinnen en alinea’s met elkaar samen. 

Die samenhang heet het verband in de tekst. Door te letten op verbanden in de tekst, kun je de tekst beter begrijpen. Je kunt verbanden vaak herkennen aan signaalwoorden


Er bestaan verschillende tekstverbanden. 

Slide 4 - Tekstslide

Zie werkboek

gebruik deze tabel
 bij het maken 
van de opdrachten 





Slide 5 - Tekstslide

Tips

Soms kun je een chronologisch verband herkennen aan jaartallen of data.

Een opsommend verband wordt ook wel aangegeven met liggende streepjes (–), getallen (1, 2, 3) of ‘dots’ (●).




Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

dus, daarom, dat houdt in, kortom, concluderend, al met al
Concluderend verband
Welk verband geven deze signaalwoorden aan?

Slide 8 - Tekstslide

Welk verband geven deze signaalwoorden aan?
omdat, daarom, dus, want, de reden hiervoor is, dankzij
redengevend verband

Slide 9 - Tekstslide

Welk verband geven deze signaalwoorden aan?
doordat, daardoor, als gevolg van, dat komt door, het gevolg is, dus, dankzij
oorzakelijk verband

Slide 10 - Tekstslide

 In een goede tekst hangen woorden, zinnen en alinea’s met elkaar samen. 
Die samenhang heet het
tekstverband

Slide 11 - Tekstslide

meer / groter / beter enz. dan
vergelijkend verband
zijn signaalwoorden voor een?

Slide 12 - Tekstslide

door middel van, met behulp van
doel-middel verband
zijn signaalwoorden voor een ?

Slide 13 - Tekstslide

met andere woorden, al met al
samenvattend verband
zijn signaalwoorden voor een?

Slide 14 - Tekstslide

Even checken. Wie vertelt mij nog even wat we zojuist hebben gehoord?


Geen vingers, ik geef de beurt aan ..............................................

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Gebruik de theorie van blz.10 bij het maken van de opdrachten. 

Maken:
Cursus 1  Lezen
§2 blz. 10
opdr. 1 t/m 7

Voor opdr. 4 heb je oordopjes nodig. Geen oordopjes bij je, dan sla je deze opdracht over en maak je het thuis.
 




Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

17-19  goed= groep A> Je maakt opdr. 1-3 en 4 blz. 229
11-13  goed= groep B> Je maakt opdr. 1-t/m 4 blz. 229
5-7    goed= groep C> je maakt  opdr. 1-t/m 4 blz. 229 
Snel klaar? 
Groep A>Je gaat naar De Brug meestromen en maakt
§ 12   1 t/m  2  alle vragen
Groep B> Je gaat naar De Brug meestromen en maakt §12  vraag 1 t/m 3
Groep C>je gaat naar De Brug meestromen en maakt  van § 6, §9
 en § 12 de eerste vraag
Met alles klaar? 
Je pakt je leesboek en leest rustig verder in je boek of je vraagt een extra opdracht

Slide 24 - Tekstslide

§ 1 Cursus 1-Lezen

Slide 25 - Tekstslide