H2.2-2.6 Polaris het atoommodel en het periodiek systeem der elementen

Atoommodel...
...en het periodiek systeem der elementen
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Atoommodel...
...en het periodiek systeem der elementen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • je weet hoe het systeem der elementen is opgebouwd;
  • Je kunt aangeven waar in het periodiek systeem  zich de groepen alkalimetalen, halogenen en edelgassen zich bevinden;

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het periodiek systeem

De atoomsoorten hebben we een symbool gegeven.

Het symbool bestaat uit één of twee letters.


Als het symbool uit één letter bestaat dan is die letter een Hoofdletter. Schrijf ook duidelijk een hoofdletter anders wordt het fout gerekend en dat is zonde.


Als het symbool uit twee letters bestaat dan is de eerste letter een hoofdletter en de tweede letter een kleine letter. Zo kun je goed zien of een molecuul uit meerdere atomen bestaat. (Meer hoofdletters is meer atomen).

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groepen 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

en periodes

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Edelgassen
  • Groep 18 van het periodiek systeem;
  • Reageren met niets. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Halogenen 
  • Groep 17 van het periodiek systeem;

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Periodiek Systeem
Stoffen die bestaan uit metalen:
  • glimmen;
  • geleiden stroom;
  • geleiden warmte;
  • zijn vervormbaar

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Periodiek Systeem
Metalen kun je weer onderverdelen in twee groepen:
  • Edele metalen: goud, zilver en platina
  • Onedele metalen: aluminium, ijzer, koper, natrium, kalium en calcium

Onedele metalen reageren makkelijk met zuurstof in vochtige lucht: dit noemen we corrosie

Slide 10 - Tekstslide

Edele metalen reageren niet of weinig met zuurstof -> daarom veel gebruikt in sieraden, zodat ze mooi blijven
Alkalimetalen 
  • Groep 1 uit het periodiek systeem;
  • Extreem reactief (zie volgende slide met filmpje)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbinding en mengsel
  • Een verbinding is één molecuul die uit meerdere atoomsoorten bestaat.

  • Een mengsel bestaat uit meerdere molecuulsoorten.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Atomen bij chemische reacties
  • Atoombindingen worden verbroken en nieuwe atoombindingen worden gevormd.
  • Bij een chemische reactie verdwijnen er moleculen en verschijnen er nieuwe moleculen.
  • Atomen blijven behouden.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Atomen bij chemische reacties
Atoombindingen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uit hoeveel atomen bestaat dit methaan molecuul?
A
4
B
5
C
1
D
0

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat blijft er hetzelfde bij een chemische reactie?
A
moleculen
B
atomen
C
atoombindingen
D
Alle bovenstaande

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat blijft er hetzelfde bij het smelten van een stof?
A
moleculen
B
atomen
C
atoombindingen
D
Alle bovenstaande

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verbinding
Element
C (s)
Fe (s)
P (s)
Cl2 (g)
He (g)
H2 (g)
O2 (g)
H2O(l)
CO2 (g)
HBr (g)
SCl2 (g)
C3H8 (g)
NH3 (g)

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Molecuulformules
Elke stof heeft een naam en een molecuulformule.

In de molecuulformule staan de atoomsoorten die in het molecuul zitten en hoevéél van elk atoomsoort (index)

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.3Chemische Reactievergelijkingen

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  1. Verschil tussen Reactieschema en Reactievergelijking
  2. Chemische Vergelijkingen Balanceren
  3. Ontledingsreacties: Identificatie en begrip van ontledingsreacties.
  4. Atomen en Moleculen in Vergelijkingen Tellen: Bepalen van het aantal atomen of moleculen van een bepaald element aan beide zijden van een reactievergelijking.
  5. Zorgen voor Gebalanceerde Vergelijkingen: Controleren of het aantal atomen van elk element aan de reactantenzijde van een vergelijking overeenkomt met het aantal atomen van hetzelfde element aan de productzijde.
  6. Historische Experimenten met Moleculaire Formules: Een blik op historische methoden voor het bepalen van de moleculaire formules van stoffen, inclusief het concept dat een vast volume gas een vast aantal moleculen bevat, ongeacht het type gas.











Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat is extractie?
2.2.4
A
scheiding op basis van deeltjes grootte
B
scheiding op basis van oplosbaarheid
C
scheiding op basis van kookpunt
D
scheiding op basis van dichtheid

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Extractie als scheidingsmethode berust op het verschil in:
A
deeltjesgrootte
B
oplosbaarheid
C
kookpunt
D
vluchtigheid

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vooraf
De faseaanduidingen van stoffen:
vaste stof                                 krijgt als symbool              (s)
vloeistof                                    krijgt als symbool              (l)
gas                                               krijgt als symbool              (g)
opgeloste stof in water  krijgt als symbool               (aq)


Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reacties
Reactieschema = reactievergelijking in woorden

Reactievergelijking = reactievergelijking in molecuulformules

Beginstoffen --> reactieproducten

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Een reactievergelijking:
  • geeft in formules aan welke stoffen met elkaar reageren en welke producten er ontstaan;
  • geeft de verhouding waarin deeltjes reageren/ontstaan.


Reactieschema -> reactievergelijking

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Soorten reacties

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontleding(een --> meer)
De onderstaande reacties zijn endotherm:

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tips voor het kloppend maken
1) Voordat je begint schrijf je de atoomsoorten die voorkomen in de reactievergelijking onder elkaar en tel je de aantallen die je nu al hebt.
2) Begin met een atoomsoort die maar in 1 stof vóór de pijl en in 1 stof na de pijl voorkomt en maak deze gelijk.
3) Als er een stof is met maar 1 atoomsoort in de stof, dan maak je die als laatste kloppend (bijv O2 in het vorige voorbeeld)

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.5  Verbrandingsreacties

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Begrijpen van verbrandingsreacties: Leerlingen zullen in staat zijn om een gebalanceerde chemische reactievergelijking op te stellen voor een verbrandingsreactie.

 

Onderscheid maken tussen volledige en onvolledige verbranding: Studenten moeten het verschil kunnen aangeven tussen volledige en onvolledige verbranding, de producten van elk type reactie kunnen identificeren en de omstandigheden waaronder elke soort optreedt begrijpen.





Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Gebruik van reagentia om stoffen te identificeren: Studenten leren hoe ze reagentia moeten gebruiken, zoals kalkwater voor de detectie van koolstofdioxide, en de veranderingen die optreden wanneer deze reagentia in contact komen met specifieke gassen.


Chemische veranderingen observeren: Er wordt nadruk gelegd op het observeren van de fysieke veranderingen die optreden tijdens chemische reacties, zoals kleurveranderingen wanneer verschillende stoffen worden gemengd met reagentia.




Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Chemische vergelijkingen balanceren: Het vermogen om chemische vergelijkingen te balanceren wordt benadrukt, zoals gedemonstreerd met de verbranding van propaan.

Het belang van verbrandingsproducten herkennen: Leerlingen zullen het belang van verschillende verbrandingsproducten begrijpen, zoals koolstofdioxide en koolstofmonoxide, en hun impact, inclusief de giftige aard van koolstofmonoxide.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat is de betekenis van het gevarenpictogram dat hiernaast 
staat afgebeeld?
A
licht ontvlambaar
B
oxiderend
C
corrosief
D
giftig

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Demo Verbraning
hout/papier

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

volledig methaan verbranden
methaan + zuurstof --> koolstofdioxide + water

CH4 + O2 --> CO2 + H2O

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

onvolledig methaan verbranden
methaan + zuurstof --> koolstofmon-oxide + water
CH4 + O2 --> CO + H2O

of zelfs zeer onvolledig

methaan + zuurstof --> koolstof + water
CH4 + O2 --> C + H2O

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kloppend Maken RV

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

       Volledige verbranding
Onvolledige verbranding           

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de onderdelen naar de juiste plek.
brandbaar
niet brandbaar
CO2
H2O
koolstofmono-oxide
karton
papier
zuurstof
hout
suiker
steen
suikeroplossing
waterstof

Slide 42 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Reagentia
  • Stoffen waarmee je de aanwezigheid van andere stoffen aantoont heten reagentia
  • Dit is het meervoud van reagens
  • Je moet tabel 4.1 hierover kennen

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reagentia
Reagens
Aan te tonen stof
Waarneming
Wit kopersulfaat
Water/waterdamp
Het wordt blauw
Helder kalkwater
Koolstofdioxide
Het wordt troebel
Broomwater
Zwaveldioxide
Het wordt kleurloos

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies