§1 formules van stoffen, de wetenschappelijke manier
§2 periodiek systeem, waarom periodes
§3 reactievergelijking, hoe schrijf je die op
Slide 1 - Tekstslide
atoommodel
atoommodel van Dalton
moleculen zijn opgebouwd uit atomen
atomen zijn niet te vernietigen
atomen van een niet ontleedbare stof zijn gelijk
een chemische reactie is een hergroepering van atomen
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Molecuulformules
De manier om aan te geven:
coëfficiënt: het aantal moleculen
symbool: 1 of 2 letter die de atoomsoort aangeven
index: aantal atomen van die atoom soort
3 C6H12O6 = formuletaal voor 3 moleculen glucose
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
het periodiek systeem
Stoffen kun je uit elkaar halen totdat het niet meer gaat. Wat je overhoud zijn de niet ontleedbare stoffen of elementen
Elementen zijn gerangschikt in perioden en groepen
Een periode heeft te maken met de opbouw van het element
Een groep heeft te maken met de eigenschappen van het element
Slide 10 - Tekstslide
het periodiek systeem - perioden
De perioden worden gevormd aan de hand van een oplopend aantal protonen: Waterstof (H) heeft 1 proton, helium (He) 2 enzovoort
Het zwaarste element tot nu toe is Oganneson met 118 protonen
De vorm van het periodiek systeem wordt bepaald door de manier waarop de elektronen zijn verdeeld in een element
Slide 11 - Tekstslide
het periodiek systeem - groepen
Het periodiek systeem heeft 18 groepen. De Groepen zijn zo samengesteld dat alle elementen uit die groep gelijke eigenschappen hebben.
De elementen uit een groep reageren allemaal op dezelfde manier met zuurstof of met stoffen uit een andere groep
Slide 12 - Tekstslide
het periodiek systeem - metalen en niet metalen
Als we alle elementen met elkaar vergelijken blijkt dat je ze kunt indelen in twee groepen:
Metalen en niet metalen
Metalen hebben allemaal een aantal eigenschappen die de niet metalen niet hebben.
De niet metalen hebben eigenlijk geen vergelijkbare eigenschappen (behalve dat het geen metalen zijn)
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Kenmerken metalen
Glimmend oppervlak
Geleiden warmte en elektrische stroom
Kunnen vervormd worden als ze heet zijn.
Kunnen in gesmolten toestand worden gemengd met andere metalen.
alle metalen zijn vast behalve kwik
Slide 15 - Tekstslide
het periodiek systeem - drie soorten stoffen
Alle materie op aarde bestaat uit stoffen die een combinatie zijn van de elementen uit het periodiek systeem
zuiver metalen of legeringen
zouten
moleculaire stoffen
Slide 16 - Tekstslide
Regels kloppend maken
Voor en na de pijl moeten van elke atoomsoort evenveel atomen zijn
Aan de moleculen zelf mag je niets veranderen (de index verandert niet)
Als je op een half getal uitkomt voor de moleculen, doe je alle getallen (coëfficiënten) keer 2
Uiteindelijk moeten de coëfficiënten de kleinst mogelijke hele getallen zijn.
Slide 17 - Tekstslide
even oefenen (1)
vast natrium reageert met chloorgas tot vast natriumchloride
omzetten naar symbolen
Na (s) + Cl2 (g) --> NaCl (s)
kloppend maken, je mag alleen de coëfficiënten veranderen
2 Na (s) + Cl2 (g) --> 2 NaCl (s)
kloptie? ja want voor en na de pijl evenveel atomen
Slide 18 - Tekstslide
Komende lessen
Elke les een werkblad met een uitgebreide vraag in examenstijl dus een verhaal met daaruit voortkomend een paar vragen waarin de stof van de komende toets in is verwerkt