BS 5 weefselvloeistof en lymfe

BS 5 Weefselvloeistof en lymfe
Blz. 133
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

BS 5 Weefselvloeistof en lymfe
Blz. 133

Slide 1 - Tekstslide

Doelen van deze paragraaf
Je kunt de kenmerken en functies van weefselvloeistof en lymfe noemen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Weefselvloeistof
  • Bloedplasma: water met opgeloste stoffen
  • Bloedplasma uit haarvaten geperst naar cellen weefsel --> weefselvloeistof
  • Gedeelte weefselvloeistof terug haarvaten in --> bloedplasma
  • Gedeelte weefselvloeistof in lymfevat --> lymfevloeistof

Slide 4 - Tekstslide

Vorming weefselvloeistof
Slagaders: hoge bloeddruk

Haarvaten: bloeddruk neemt af.
Vorming weefselvloeistof

Aders, lage bloeddruk
Deel weefselvloeistof wordt weer opgenomen.

Slide 5 - Tekstslide

Weefselvloeistof

Slide 6 - Tekstslide

weefselvloeistof
De cellen rondom de haarvaten nemen zuurstof en voedingsstoffen op uit het weefselvloeistof.

De cellen produceren dan C02 en afvalstoffen.

Dit wordt weer afgegeven aan de weefselvloeistof en een deel aan de haarvaten.


Slide 7 - Tekstslide

Lymfevaten
- Kleppen: houden lymfevloeistof tegen
- Vloeistof weg van cellen in organen
- Lymfevaten nemen weefselvloeistof op

Slide 8 - Tekstslide

Lymfevloeistof
Water
Koolstofdioxide (CO2)
Voedingsstoffen (niet door cellen opgenomen)
Zuurstof
Hormonen
Antistoffen
Afvalstoffen

Slide 9 - Tekstslide

Lymfeknopen
In de lymfeknopen wordt de ziektekiemen verwijderd, witte bloedcellen gemaakt

Rechterlymfestam/Borstbuis -> verzamelplaats lymfe -> afgifte holle ader

Slide 10 - Tekstslide

Lymfeknopen
Op bepaalde plaatsen in het lichaam liggen lymfeknopen (lymfeklieren):
  • Hals
  • Oksels
  • Liezen
  • e.a.

De lymfeknopen zuiveren de lymfe van onder andere ziekteverwekkers

Slide 11 - Tekstslide

Maak de opdr. 1 t/m 3 blz. 134 en 135

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag
 Maak BS 5
opdr. 1,2 en 3 (blz. 134 en 135)

Slide 13 - Tekstslide

Wat is weefselvloeistof?
A
Vloeistof in de bloedvaten
B
Vloeistof tussen de cellen in de weefsels
C
Vloeistof in de darmen
D
Vloeistof in het verteringsstelsel

Slide 14 - Quizvraag

Wat zit er weefselvloeistof?
A
O2 & voedingsstoffen
B
O2, voedingsstoffen & CO2
C
O2, voedingsstoffen, afvalstoffen & CO2
D
O2, voedingsstoffen & afvalstoffen

Slide 15 - Quizvraag

Wat is lymfe?

A
Lymfe is hetzelfde als weefselvloeistof.
B
Vloeistof die uit de lymfevaten de weefsels in gaat.
C
Weefselvloeistof met rode bloedcellen.
D
Weefselvloeistof die in de lymfevaten is gestroomd.

Slide 16 - Quizvraag

Wat kan er NIET in lymfe zitten?
A
Antistoffen
B
afvalstoffen
C
Rode bloedcellen
D
Koolstofdioxide

Slide 17 - Quizvraag

In welke richting stroomt de lymfe in het lymfe vat van de afbeelding?

A
De lymfe stroomt in de richting van pijl P
B
De lymfe stroomt in de richting van pijl Q
C
De stroomrichting van de lymfe is niet uit de tekening af te leiden

Slide 18 - Quizvraag

Leerdoelen:
Je kan de kenmerken en functies van weefselvloeistof en lymfe noemen
Begrippen:
Lymfestelsel
Weefselvloeistof
Lymfevaten
Lymfe
Lymfeknopen

Slide 19 - Tekstslide