Les 2: schooltaalwoorden

De school 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

De school 

Slide 1 - Tekstslide

Wat is dit?
Dit is een school 

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn dit? 
Dit zijn twee scholen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Dit is ...
A
een school
B
een schoolbord
C
een boek
D
een leraar

Slide 5 - Quizvraag

Dit is ...
A
een leraar
B
een lerares
C
een leerling
D
een schoolbord

Slide 6 - Quizvraag

Dit is ...
A
een schoolbord
B
een leerling
C
een boek
D
een pen

Slide 7 - Quizvraag

Dit is ...
A
een boek
B
een pen
C
een schoolbord
D
een lokaal

Slide 8 - Quizvraag

Dit is ...
A
een schoolbord
B
een lokaal
C
een pen
D
een boek

Slide 9 - Quizvraag

Dit is ...
A
een boek
B
een schrift
C
een potlood
D
een pen

Slide 10 - Quizvraag

Dit is ...
A
een pen
B
een boek
C
een tas
D
een leerling

Slide 11 - Quizvraag

een boek
een tas
een schrift
een schoolbord

Slide 12 - Sleepvraag

Een tafel
Twee ...

Slide 13 - Open vraag

Een leraar
Twee ...

Slide 14 - Open vraag

Een boek
Twee ...

Slide 15 - Open vraag

Een tas
Twee ...

Slide 16 - Open vraag

Een school
Twee ...

Slide 17 - Open vraag

Een pen
Twee ...

Slide 18 - Open vraag

Enkelvoud
Meervoud

tafels
schrift
leerlingen
lerares
tas
boeken
klaslokaal
boeken

Slide 19 - Sleepvraag

Welke dingen staan
er in jouw school?

Slide 20 - Woordweb

Wat zie je in het huis op het plaatje?
Schrijf 2 zinnen over de school
Bijvoorbeeld:
Deze school heeft een klaslokaal
Het schoolbord staat in de school

Slide 21 - Open vraag

Wat heb je geleerd?

Slide 22 - Open vraag