Je vereenvoudigt breuken. Je maakt breuken gelijknamig. Je telt eenvoudige breuken op, trekt ze af, vermenigvuldigt ze en deelt ze, ook met de rekenmachine.
Slide 4 - Tekstslide
Wat gaan wij leren vandaag?
Je vermenigvuldigt een geheel getal met eenvoudige breuk.
Je berekent een deel van een geheel (bijv. 2/3) van 300).
Je vermenigvuldigt breuken met breuken.
Je vermenigvuldigt twee eenvoudige breuken met behulp van een rekenmachine.
Je past breuken toe in een eenvoudige context.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
3/4 x 3/4 =
Slide 8 - Tekstslide
3/4 x 16 =
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Breuken in een verhaaltje
Slide 11 - Tekstslide
We gaan aan de slag!
Doelen deze week:
Les 1: 4.3.3 Breuken vermenigvuldigen
Les 2: 4.3.4 Breuken delen
Les 3: 4.3. Diagnostische oefeningen
Slide 12 - Tekstslide
Kunnen wij het nu?
Je vermenigvuldigt een geheel getal met eenvoudige breuk.
Je berekent een deel van een geheel (bijv. 2/3) van 300).
Je vermenigvuldigt breuken met breuken.
Je vermenigvuldigt twee eenvoudige breuken met behulp van een rekenmachine.
Je past breuken toe in een eenvoudige context.
Klas 1b en 1d willen samen een een ..... kopen van ..... euro. iedereen betaald een deel. Hoeveel is 1/44 deel? 5/44 deel en 22/44 deel?
Slide 13 - Tekstslide
Klas 1b en 1d willen samen een een ..... kopen van ..... euro. iedereen betaald een deel.