3.3 De Oost en de VOC

Programma
Vorige les
De rol van de VOC
Standplaatsgebondenheid
Is Jan Pieterszoon Coen een held of schurk?
Aan de slag
Terugblik
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 75 min

Onderdelen in deze les

Programma
Vorige les
De rol van de VOC
Standplaatsgebondenheid
Is Jan Pieterszoon Coen een held of schurk?
Aan de slag
Terugblik

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de belangrijkste reden waarom het zwaartepunt van de handel verschuift van Antwerpen naar Amsterdam?
A
Afsluiting van de Schelde
B
Het verloop van de Tachtigjarige Oorlog
C
Hertog van Alva
D
Tiende Penning

Slide 2 - Quizvraag

Waar gingen de ambachtslieden wonen tijdens de stadsuitbreiding van Amsterdam?
A
In het centrum
B
Aan de rand van de stad

Slide 3 - Quizvraag

Leerdoel
  1. Moeten wij excuus aanbieden voor het slavernij verleden?
  2. Je weet wat standplaatsgebondenheid betekent.

Slide 4 - Tekstslide

Oprichting VOC
  • Kooplui werkte in voorcompagnieën samen. 
-> Door ruzie en concurrentie werd de inkoopprijs van specerijen hoger 
en de verkoopprijs lager; slecht in oorlogstijd!

  • Van Oldenbarnevelt: voorcompagnieën moesten samenwerken. 
-> Oprichting Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) in 1602.

  • Bestuur VOC: Heren Zeventien
-> Handelsmonopolie in Azië voor Republiek, mochten oorlog voeren en verdragen sluiten namens Republiek.

Slide 5 - Tekstslide

De Oost en de VOC
  • Oprichting van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) in 1602.

    Doel:
     Handelsmonopolie op de specerijenhandel in Azië

    Hoe: Handelsposten bouwen, oorlog voeren en handelsverdragen sluiten.
     
  • Financiering: Geld investeren in de VOC   -> Aandeel VOC ->    Uitbetaling van een deel van de winst aan aandeelhouders.

Slide 6 - Tekstslide

Jacatra, Batavia & Jan Pieterszoon Coen
Batavia:
  • Verjaagt inwoners Jacatra en sticht Batavia (1619);
  • Batavia werd handelspunt en bestuurscentrum van 'de Oost'.
  • Eerste gouverneur-generaal van de VOC in Azië = hoogste bestuurder.

Banda-eilanden:
  • Banda-eilanders verkochten specerijen ook aan Engelsen;
  • Vermoord later de bevolking van de Banda-eilanden;
  • Zo bleef monopolie intact.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Stelling: Ik vind het goed dat dingen die met de slavernij te maken hebben worden verwijderd. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

Stelling: Ik vind het goed dat dingen die met de slavernij te maken hebben worden verwijderd. 

Slide 11 - Tekstslide

Wat is standplaatsgebondenheid?
  • Standplaatsgebondenheid: Iedereen kijkt door eigen ogen naar het verleden (heeft zijn eigen waarheid). 
  • Dit hangt af van je geslacht, woonplaats, tijd waarin je leeft, maatschappelijke positie.

Slide 12 - Tekstslide

Ik vind Zwarte Piet racistisch.
Eens
Oneens

Slide 13 - Poll

Ik vind roetveegpiet niet erg
Eens
Oneens

Slide 14 - Poll

Jan Pieterszoon Coen Held of schurk?
  • Maak het stencil verder af. 
  • Wanneer iedereen klaar is gaan we het bespreken
  • 3.3 de opdrachten: 33, 35, 37, 39, 40, 41, 44, 45, 46, 47, 49.
timer
20:00

Slide 15 - Tekstslide

Hoe zouden Nederlanders in de 17e eeuw gedacht hebben over Jan Pieterszoon Coen? Meer een held of een schurk?
A
Held
B
Schurk

Slide 16 - Quizvraag

Aan het werk!
Wat ga je doen? 3.3 de opdrachten: 33, 35, 37, 39, 40, 41, 44, 45, 46, 47, 49.

Wanneer moet het af? Je krijgt deze les de tijd, volgende les moet het af zijn.

Hulp? 1. eerst de theorie goed lezen, gebruik eventueel internet.
            2. buurman/buurvrouw naast je vragen, dan pas je docent.

Klaar? Markeren belangrijke zinnen 3.3, gebruik de doelenlijst hierbij.

Tijd: Zie timer.

timer
20:00

Slide 17 - Tekstslide

'Wij, Nederlanders moeten excuus aanbieden voor het verleden en daden van de VOC.'
Eens
Oneens
Eens/Oneens

Slide 18 - Poll

Opdracht Banda-Eilanden
  1. Je werkt in tweetallen. De een verdiept zich in de bewoners van Jacatra en de Banda-eilanden. Bedenk wat die mensen destijds hebben gedacht.
  2. De ander verdiept zich in Jacques l'Hermite, de medewerker van Jan Pieterszoon Coen. Geef een verklaring voor zijn optreden.
  3.  Schrijf allebei een oordeel over het woord dat op het standbeeld van Jan Pieterszoon Coen werd geschreven. Horen zulke standbeelden nog thuis in Nederland? Waarom wel of niet. Bespreek het met elkaar en zet het in Word/PPT.
  4. Later bespreken we dit met de klas.
timer
20:00

Slide 19 - Tekstslide