Week 4: Wat doe je met je familie en vrienden?

Week 4: Wat doe je met je familie en vrienden? les 1
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsISK

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

Week 4: Wat doe je met je familie en vrienden? les 1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen/leren?
* Woordenschat uitbreiden 
* Spel familie/vrienden 
* Uitbeelden/toneel

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht;


Welke activiteiten doe je met jouw familie?

Slide 3 - Tekstslide

Iedereen schrijft op een post-it een bijzondere activiteit die je met jouw familie doet/gedaan hebt en waarvan je denkt dat weinig anderen dat doen. (Dit mag eventueel in het Engels)
Schrijf je naam onderaan het briefje. De docent leest de kaartjes voor en iedereen die dit ook gedaan heeft gaat staan. De woorden schrijven we op het bord en we vullen deze samen aan. De leerlingen schrijven deze op hun woordenlijst.
Opdracht; Welke activiteiten doe je met je vrienden?
Lees de tekst. Wat doe je met vrienden?

Wat kun je nog meer met vrienden doen?

Slide 4 - Tekstslide

Tekst lezen - werkwoorden eruithalen - laten aanvullen

samen opschrijven op bord
woordenraadspel

Slide 5 - Tekstslide

- woordenraadspel-

Eén leerling voor het bord. Docent schrijft woord uit de les/uit de lijst op het bord. Team moet omschrijven/uitbeelden -- geen vertaling.


Week 4: Wat doe je met je familie en vrienden? les 2

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen/leren?
* Oefen met schrijven van blog

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Blog
* Lees de blog
* Hoe zie je dat dit een blog is (kenmerken)?
* Ieder groepje vertaalt 1 alinea en deelt dit met de andere groepjes.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
* Schrijf nu zelf een blog waarin je vertelt over een activiteit die je met je familie of vrienden hebt gedaan. Schrijf de tekst in je schrift.
Let op!
* Zorg dat er minimaal 10 werkwoorden instaan die in jullie deze unit hebben geleerd.
* Let op: de volgende les neem je je blog mee!

Slide 9 - Tekstslide

De blog is 100-150 woorden lang.

Let op: docent schrijft een aantal keer een woord op het bord dat leerlingen meteen in hun tekst moeten verwerken.
Week 4: Wat doe je met je familie en vrienden? les 3

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen/leren?
- feedback geven op elkaars blog
- blog verbeteren
- evalueren
-  werkwoorden in de tegenwoordige tijd

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

feedback geven op elkaars blog
- In je groepje, 7 minuten
- Bekijk de blog en geef feedback:
> Is het een blog? Waarom wel/niet
> Spelling van werkwoorden in de tegenwoordige tijd?
> Knipwerkwoorden?
> Zinnen: hoofdletters en punten (.)?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

blog verbeteren
- In je groepje, 10 minuten
- Kijk naar de feedback die jullie krijgen.
- Pas de tekst aan.
- Bedenk samen ook twee tops en twee tips voor jullie.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

evalueren
Wat zijn jullie tops?
Wat zijn jullie tips?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

werkwoorden in de tegenwoordige tijd
In tweetallen
Kijk naar het bord voor opdracht 1. Noteer antwoorden op blaadje.
Klaar? Laat antwoorden controleren.
              Goed? --> Jullie krijgen opdracht 2
             Nog niet goed?--> Verder met opdracht 1
Welk tweetal is het snelst klaar met de opdrachten? (7 in totaal)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdracht 1
Noteer minimaal 8 activiteiten (werkwoorden) die je doet in het huishouden. Schrijf ook de vertaling op.

Write down at least 8 activities (verbs) you can do in the house hold. Write the translation down too.

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht 2: Kies 4 van die werkwoorden en maak er zinnen mee in de tt.
opdracht 3: schrijf 4 werkwoorden op die je moet knippen + vertaling
opdracht 4: maak een zin met die werkwoorden in de tt
opdracht 5: schrijf drie zinnen over wat je doet op school
opdracht 6: noteer 8 activiteiten (werkwoorden) + vertaling die jullie in je vrije tijd doen.
opdracht 7: maak 5 zinnen met die werkwoorden
extra leesles

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Strand 1-, strand 2- en strand 3-vragen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

strand 1
strand 1: factual, use text

voorbeeld:
Wat doet de auteur in de ochtend?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

strand 2
strand 2: conventions/text type/ images

voorbeeld:
Wat voor tekst is dit? Leg uit.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

strand 3
strand 3: relationship between you and the text

voorbeeld:
Noem één activiteit uit de tekst die jij leuk vindt en één die jij niet leuk vindt. Leg uit waarom.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het werk
- In groepjes, 25 minuten
- Lees de tekst.
- Bedenk en noteer minimaal 2 goede strand 1-vragen, 2 goede strand 2-vragen en 2 goede strand 3-vragen. In het Nederlands.
- Klaar? Bedenk meer vragen.
- Na 25 minuten: vragen verzamelen in de klas en beantwoorden.

Slide 22 - Tekstslide

Bij verzamelen vragen kijken naar tijd. evt beste drie vragen van elk groepje laten noemen en die laten overnemen (meeschrijven op bord). Daarna kunnen de groepjes de vragen beantwoorden. Tijd over = daarna bespreken