In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Onderdelen in deze les
Les 16
De kunst van het spreken.
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Slide 3 - Video
Slide 4 - Video
In de tekst lees je dat in de vijfde eeuw voor Chr. in Athene voor het eerst werd nagedacht over retorica. Waarom juist daar en toen?
Slide 5 - Open vraag
Welke drie standpunten over retorica lees je in de tekst?
Slide 6 - Open vraag
Welk verband zie je tussen retorica en de politiek in onze tijd?
Slide 7 - Open vraag
Lees de tekst op blz. 67. Waarom vond Demosthenes de voordracht het belangrijkste onderdeel van de redevoering en niet bijvoorbeeld de inhoud.
Slide 8 - Open vraag
Waarom zou D. met stenen in zijn mond zijn gaan oefenen?
Slide 9 - Open vraag
Wat vind je? Geldt het tegenwoordig ook nog dat je goed moet kunnen spreken? leg je antwoord uit.
Slide 10 - Open vraag
Lees de theorie op blz. 86. Noem drie beroepen waarvoor je retorica nodig zou kunnen hebben.
Slide 11 - Open vraag
Lees de slogan in opdr. 7a. Welk stijlmiddel herken je?
Slide 12 - Open vraag
Lees opdracht 7b. Zoek naar een voorbeeld.
Slide 13 - Open vraag
Bedenk zelf een slogan en verwerk daarin twee klassieke stijlmiddelen.
Slide 14 - Open vraag
Opdracht
Lees opdracht 10.
Lees opdracht a: zoek twee voorbeelden, 1 ten goede en 1 ten slechte.
Lees opdracht b: beschrijf op welke wijze de personen in jullie voorbeeld hun retorische talenten hebben ingezet en welke gevolgen dat had voor de geschiedenis.
Laat de fragmenten zien en vertel je antwoorden op vraag b.