Les 9: Taal en spel

Expressief talent
  • Taal en spel > korte uitleg spel
  • Songtekst vertalen
  • Spel: Regel voor regel
  • Opdracht A9: Dichten
  • Opdracht A10: Activiteit






1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Expressief talentMBOStudiejaar 1-3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Expressief talent
  • Taal en spel > korte uitleg spel
  • Songtekst vertalen
  • Spel: Regel voor regel
  • Opdracht A9: Dichten
  • Opdracht A10: Activiteit






Slide 1 - Tekstslide

Spel
Spel vraagt veel van onze expressie: bij winst en verlies en bij samenwerken. Je kunt spellen doen met materialen en zonder materialen, alleen en met een groep. Welk spel vind jij leuk? Waarom? Wat leer je door te spelen?

Slide 2 - Tekstslide

Welke talen spreek je?

Slide 3 - Open vraag

Ken je een dialect of heb je een accent?

Slide 4 - Open vraag

Taal en spel
Taal gebruiken we voor communicatie. Daarnaast is taal ook een kunstvorm, denk aan taal in gedichten, spreuken, songteksten, boeken. Er is letterlijke taal en figuurlijke taal (denk aan spreekwoorden). Er zijn veel verschillende manieren om met taal gevoelens en ervaringen uit te drukken.

Slide 5 - Tekstslide

letterlijk/figuurlijk

Slide 6 - Tekstslide

Dichtvormen
Voorbeelden: 
  • Elfje
  • Haiku
  • Limerick
  • Naamdicht
  • Ollekebolleke


Slide 7 - Tekstslide

Elfje
Eerste regel: 1 woord
Tweede regel: 2 woorden
Derde regel: 3 woorden
Vierde regel: 4 woorden
Vijfde regel: 1 woord


Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Haiku
Een haiku is een Japanse dichtvorm. Oorspronkelijk bevat
deze dichtvorm een of meer waarnemingen uit de natuur
rond de seizoenen. Een haiku telt drie regels. De eerste regel
heeft vijf lettergrepen, de tweede zeven en de derde weer
vijf. Meestal is er geen rijm.


Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Limerick
Een meestal grappig gedicht over een persoon uit een
bepaalde plaats. Kan ook gezongen worden. Een limerick
bestaat uit vijf regels en heeft als rijmschema: aabba


Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Naamdicht
In een naamdicht vormen bepaalde letters een nieuw woord.
Het bekendste voorbeeld is het Nederlands volkslied het
Wilhelmus (Willem van Nassov). Meestal betreft het de
beginletters.


Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Olleke bolleke
Dactylus! Dactylus!
Olleke bolleke
Tweemaal vier regels
Die rijmen aan 't slot
Kreet, naam en één woord met
Zeslettergrepigheid
Moeilijk te maken, maar
Wat een genot!

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Songtekst vertalen!
Werk in tweetallen!
1. Kies een lied om te vertalen. Mag Engels of Nederlands zijn. Hou de titel voor je!
2. Zoek de songtekst op online en plak deze in een word document. Vertaal deze van Engels naar Nederlands of andersom. 
3. Klaar?
Lees je vertaalde versie voor aan de klas, zij gaan het origineel raden!

Slide 18 - Tekstslide

Regel voor regel
Er gaan verschillende A4tjes de klas rond.
Je schrijft steeds één woord op en schuift je papier dan door naar je buurman/buurvrouw. 

We gaan net zo lang door tot we een verhaaltje hebben. Daarna worden de leukste voorgelezen!
Let op: blijf netjes!

Slide 19 - Tekstslide

Regel voor regel
Nu gaan jullie dit mondeling uitvoeren!
We gaan in een kring zitten/staan
Om en om noemen jullie een woord, zo vormen we samen een verhaal.
Jullie krijgen eerst een thema!

Slide 20 - Tekstslide

Aan het werk!
Jullie gaan zelf een gedicht maken volgens de regels.

Ga aan de slag met opdracht A13: Dichten.
Ga daarna aan de slag met opdracht A14: activiteit.

Als je klaar bent met alle opdrachten tot nu toe (t/m 14)  mag je naar huis.

Slide 21 - Tekstslide