N2A Schrijven4 15 febr 2021

Klaar voor de Start
Je hebt nodig je boek, je pen en je schrift.
2 devices (tel + tablet) (laders paraat).
Pblms met device(s)?               Dat is geen fout. 
Wel fout,  vergeten te melden (Inzet / Gedrag)



1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Klaar voor de Start
Je hebt nodig je boek, je pen en je schrift.
2 devices (tel + tablet) (laders paraat).
Pblms met device(s)?               Dat is geen fout. 
Wel fout,  vergeten te melden (Inzet / Gedrag)



Slide 1 - Tekstslide

Opletten en Meedoen
De aandacht in de les ligt bij de stof. 
Niet opletten is een eigen fout. Niet meedoen idem dito.
 Storen is aandacht trekken voor jouw slechte beheersing
Het bewijst daarbij dat jij op anderen neerkijkt. 



Slide 2 - Tekstslide

Lesplan Schrijven 4
Teksten
 Inleiding-Midden-Slot

Hoe kun je
Informatie Verzamelen 




Slide 3 - Tekstslide

Aan het einde van de les
Weet je
opbouw van een tekst 
 Kop-Inleiding-Midden-Slot

2.
betrouwbare info vinden
door bronnen checken





Slide 4 - Tekstslide

pag. 190    4.16
Inleiding, middenstuk en slot

Slide 5 - Tekstslide

4.16  p. 190
Een goede tekst bestaat uit een inleiding, middenstuk en slot.  In de inleiding laat je de lezer weten over welk onderwerp de tekst gaat. 
 Als je een tekst schrijft, wil je dat de lezers de tekst begrijpen. 

Slide 6 - Tekstslide

Zorg voor een duidelijke inleiding
Omdat je wilt dat de lezer de tekst kan begrijpen. 
In het middenstuk vertel je meer over het onderwerp. Het midden bestaat uit meerdere alinea's. 
Elke alinea gaat over een deelonderwerp.  

Slide 7 - Tekstslide

Deelonderwerp is een deel van het tekstonderwerp
Een tekst eindigt met een duidelijk slot. 
In een slot kun je een korte samenvatting geven van de tekst. Maar je kunt ook een conclusie trekken. 
Je moet in elk geval een slot maken passend bij de tekst.

Slide 8 - Tekstslide

blz. 191 - Tekst 7 
Elke kledingfabrikant heeft zo zijn eigen manier om scheuren in spijkerbroeken te maken. Het maken van gaten is nog een hele klus. Soms gebruiken ze schuurpapier of speciale handschoenen met schuurpapier erop. Voor grotere gebruiken ze een schuurapparaat of slijptol.

Slide 9 - Tekstslide

Tekst 7 - vervolg 
Voor de kleinere gaten wordt soms een apparaat gebruikt dat lijkt op een tandartsboor. Het maken van gaten in broeken gebeurt met de hand. In veel jeansfabrieken zijn hiervoor speciale afdelingen. De medewerkers daar zijn de hele dag bezig om spijkerbroeken te beschadigen. 

Slide 10 - Tekstslide

Welke tussenkopjes passen het best in het middenstuk?
A
Schuren en slijpen -Sloop afdeling
B
Tandartsboor - Dure broek
C
Handschoen - Spijkerbroekfabriek

Slide 11 - Quizvraag

Welke inleiding past?
A
Hoe maken ze scheuren in nieuwe broeken?
B
De kapotte broek is helemaal terug
C
Schuurpapier kan meer dan we dachten.

Slide 12 - Quizvraag

Welke titel past het best?
A
Spijkerbroekfabrieken openen nieuwe afdeling
B
Ripped Jeans
C
Modetrends 2021

Slide 13 - Quizvraag

pag. 192    4.17  
Informatie Selecteren

Slide 14 - Tekstslide

pag. 192  4.17  Informatie Selecteren
Je hebt geleerd hoe je met behulp van een zoekmachine informatie kunt opzoeken op internet.
Op internet kun je veel informatie vinden. Maar niet alle informatie die je vindt is geschikt. 
Gebruik alleen betrouwbare informatie

Slide 15 - Tekstslide

Betrouwbare Informatie
Om erachter te komen of een website en de informatie erop betrouwbaar zijn stel je jezelf de volgende vragen:
Wie heeft de informatie op internet gezet?
Weet de schrijver veel van het onderwerp af. Is het een deskundige?

Slide 16 - Tekstslide

Checkvragen Betrouwbare Informatie
Wat is het doel van de tekst? 
Wil de schrijver je informeren, overtuigen of overhalen?
Informerende teksten zijn het meest betrouwbaar.
Is de informatie niet verouderd? 

Slide 17 - Tekstslide

Betrouwbare Informatie Gevonden
Als je je betrouwbare hebt geselecteerd, 
schrijf deze dan niet letterlijk over.

Geef de informatie in je eigen woorden weer. 

Slide 18 - Tekstslide

Waar denk je aan bij het vinden van betrouwbare informatie?
A
is de site populair? schrijver deskundig?
B
is de schrijver deskundig?

Slide 19 - Quizvraag

Waar denk je aan bij het vinden van betrouwbare informatie?
A
het doel van de tekst is informeren
B
de site heeft veel likes

Slide 20 - Quizvraag

Waar denk je aan bij het vinden van betrouwbare informatie?
A
het aantal reclames op de site
B
of de informatie verouderd is

Slide 21 - Quizvraag

De vragen voor betrouwbare Informatie zijn
De vragen voor betrouwbare informatie zijn
-wie is de schrijver, is hij/zij deskundig?
-is het doel van de tekst informeren?
-is de informatie up-to-date 

Slide 22 - Tekstslide

Einde les!

Slide 23 - Tekstslide