In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Oefenen dichtheid
Slide 1 - Tekstslide
Een zilveren ring weegt 7,3g en heeft een volume van 1,5cm3. Wat is de dichtheid van deze ring?
Slide 2 - Open vraag
Noem een stof met een dichtheid kleiner dan de dichtheid van kurk.
Slide 3 - Open vraag
dichtheid van koper = 9 g/cm3 massa = 15 cm3 volume = ?
Slide 4 - Open vraag
Bereken de dichtheid van een massief voorwerp waarvan de massa 5,0 g is en het volume 6,5 cm3
ρ=vm
Slide 5 - Open vraag
Een voorwerp heeft een massa van 140 g en een volume van 100cm3. Bereken de dichtheid.
Slide 6 - Open vraag
De massa is 160 g en het volume 200cm3 bereken de dichtheid.
Slide 7 - Open vraag
Een stof heeft een dichtheid van 3,7 g/cm3. De massa van de stof is 42 gram. Wat is het volume?
Slide 8 - Open vraag
Een voorwerp heeft een massa van 12 g en een volume van 10 cm3. Bereken de dichtheid.
Slide 9 - Open vraag
Een beker is gevuld met 200 g vloeistof. Het volume is 194 cm3. Wat is de dichtheid?
Slide 10 - Open vraag
Voor het berekenen van de massa geldt de volgende woordformule: massa = dichtheid x volume Bereken de massa van 33 cm3 graniet.
Slide 11 - Open vraag
Jan dompelt een steen onder in water in een maatcilinder. Hij heeft ook de massa van de steen bepaald. Deze blijkt 55 g te zijn. Bereken de dichtheid van de steen. Noteer je gehele berekening.
Slide 12 - Open vraag
Bereken de dichtheid van het blokje.
dichtheid=(cm3g)
dichtheid =
massa: volume
Slide 13 - Open vraag
Bereken de dichtheid van een stuk metaal met een massa van 22,7 g en een volume van 2 cm3. Welk metaal is het?
Slide 14 - Open vraag
Een voorwerp heeft een volume van 0,008L en een massa van 0,003kg. Bereken de dichtheid. Laat zien.
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.