Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
leesvaardigheid - tekstverbanden en signaalwoorden - bewerkt S.H.
leesvaardigheid
tekstverbanden en signaalwoorden
1 / 26
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
In deze les zitten
26 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
leesvaardigheid
tekstverbanden en signaalwoorden
Slide 1 - Tekstslide
opsommend verband
tegenstellend verband
toelichtend verband
Ik vind pretparken niet leuk. Allereerst word ik misselijk als ik rondjes draai en ook heb ik hoogtevrees.
Ik durf niet in die snelle achtbaan, maar mijn broertje is een echte waaghals.
Frisdranken zoals cola en sinas bevatten vaak erg veel suiker.
Niets wordt aan het toeval overgelaten. Zo hebben we het sterkste frame gebruikt dat er bestaat.
Het onvoorspelbare van de training maakt het zo zwaar. Toch is het nodig, vinden de instructeurs.
Behalve het sterkste frame, hebben we bovendien een comfortabel zadel op de fiets gemonteerd.
Slide 2 - Sleepvraag
opsommend verband
tegenstellend verband
toelichtend verband
tegenover, toch, echter
zo, als, zoals, neem nou
en, verder, bovendien
Slide 3 - Sleepvraag
chronologisch verband
vergelijkend verband
oorzakelijk verband
In mei maakt hij zijn examens, daarna gaat hij lekker op reis.
Hopelijk valt er minder sneeuw dan vorige week.
Het water is erg vervuild. Daardoor sterven veel vissen en watervogels.
Doordat er zoveel ongelukken gebeurden, heeft de regering appen op de fiets verboden.
Ik train twee keer per week, net als de rest van het team.
Voordat ik ga schaatsen, trek ik altijd een thermoshirt aan.
Slide 4 - Sleepvraag
chronologisch verband
vergelijkend verband
oorzakelijk verband
zodat, daardoor, doordat
eerst, toen, terwijl, dan
(net) als, evenals, zoals
Slide 5 - Sleepvraag
redengevend verband
concluderend verband
doel-middel-verband
samenvattend verband
Al die kritiek kan er namelijk voor zorgen dat iemand in de put komt te zitten.
(...)
Met andere woorden: je kunt uit drie keuzevakken kiezen.
Het water is erg vervuild. Daardoor sterven veel vissen en watervogels.
Doordat er zoveel ongelukken gebeurden, heeft de regering appen op de fiets verboden.
Ik heb helaas al een paar keer een onvoldoende voor dit vak gehaald. Dat betekent dat ik er echt meer voor moet gaan doen.
Met schaatsen trek ik een thermoshirt aan, omdat ik dat lekker warm vind.
Slide 6 - Sleepvraag
redengevend verband
samenvattend verband
doel-middelverband
concluderend verband
zodat, om te, met behulp van
daarom, dankzij, want
dus, kortom, al met al
kortom, met andere woorden, al met al
Slide 7 - Sleepvraag
Wat is het signaalwoord in de volgende zin:
Vrijdag gaf de WHO de variant een eigen Griekse letter zoals dat ook bij eerdere varianten gebeurde.
A
vrijdag
B
eigen
C
zoals
D
eerdere
Slide 8 - Quizvraag
Wat is het signaalwoord in de volgende zin:
Je kamer ziet eruit alsof er een bom is ontploft.
A
eruit
B
alsof
C
er
D
ontploft
Slide 9 - Quizvraag
Welk tekstverband hoort bij het signaalwoord 'alsof'?
A
chronologisch verband
B
vergelijkend verband
C
oorzakelijk verband
Slide 10 - Quizvraag
Wat is het signaalwoord in de volgende zinnen:
Max' buurjongen is fanatiek aan het drummen. Daardoor kunnen ze elkaar bij Max thuis niet verstaan.
A
fanatiek
B
drummen
C
daardoor
D
elkaar
Slide 11 - Quizvraag
Welk tekstverband hoort bij het signaalwoord 'daardoor'?
A
chronologisch verband
B
vergelijkend verband
C
oorzakelijk verband
Slide 12 - Quizvraag
Wat is het signaalwoord in de volgende zin:
Voordat ik ga schaatsen, trek ik altijd een thremoshirt aan.
A
voordat
B
schaatsen
C
trek
D
altijd
Slide 13 - Quizvraag
Welk tekstverband hoort bij het signaalwoord 'voordat'?
A
chronologisch verband
B
vergelijkend verband
C
oorzakelijk verband
Slide 14 - Quizvraag
Welk tekstverband herken je in de volgende zin?
Om de beste te worden, zul je hard moeten trainen.
A
redengevend verband
B
doel-middelverband
C
samenvattend verband
D
concluderend verband
Slide 15 - Quizvraag
Nakijken opdracht 1 & 2 blz 72-75
Slide 16 - Tekstslide
Nakijken opdracht 1 & 2 blz. 72-75
Slide 17 - Tekstslide
4. Noteer uit alinea 2, 3 en 4 zo veel mogelijk signaalwoorden voor een vergelijking
Slide 18 - Open vraag
5. In de laatste zin van alinea 2 staan nog drie signaalwoorden. Welke?
Slide 19 - Open vraag
6. Op welke tekstverbanden duiden deze signaalwoorden?
Slide 20 - Open vraag
7. In de laatste zin van alinea 5 staat een doel-middelverband. Noteer het doel en het middel.
Slide 21 - Open vraag
Slide 22 - Tekstslide
5. Aan welke woorden herken je het vergelijkend verband in alinea 1?
Slide 23 - Open vraag
8 & 9: Welke twee middelen gebruiken doorverkopers in om aan kaartjes te komen en aan welke signaalwoorden herken je die?
Slide 24 - Open vraag
13. Welke signaalwoorden voor een chronologisch verband herken je in alinea 6?
Slide 25 - Open vraag
14. Welke reden geeft het signaalwoord 'daarom' aan?
Slide 26 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
leesvaardigheid - tekstverbanden en signaalwoorden
Maart 2023
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
leesvaardigheid - tekstverbanden
November 2021
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
leesvaardigheid - tekstverbanden H3 en 4 - flex M3
April 2022
- Les met
30 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Tekstverbanden en signaalwoorden
Februari 2024
- Les met
16 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Tekstverbanden en signaalwoorden
Juni 2022
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Lezen H3
Mei 2023
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Lezen H3
Januari 2023
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Les 44: verbanden
Februari 2021
- Les met
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2