In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Oorzaak en Gevolg: Signaalwoorden en Tekstverband
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Leerdoelen
Aan het einde van de les weet je wat het tekstverband oorzaak en gevolg inhoudt en ken je de belangrijkste signaalwoorden voor dit tekstverband.
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat weet jij al over oorzaak en gevolg in teksten?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Wat is het tekstverband oorzaak en gevolg?
Het tekstverband oorzaak en gevolg beschrijft de relatie tussen een gebeurtenis en het resultaat daarvan.
Slide 4 - Tekstslide
Vraag de leerlingen om een voorbeeld te geven van een oorzaak en gevolg relatie.
Voorbeelden van oorzaak en gevolg
Een voorbeeld van oorzaak en gevolg is: Door de regen werd de straat glad, waardoor er een ongeluk gebeurde.
Slide 5 - Tekstslide
Vraag de leerlingen om nog een voorbeeld te geven van oorzaak en gevolg.
Signaalwoorden voor oorzaak en gevolg
Enkele signaalwoorden voor het tekstverband oorzaak en gevolg zijn: doordat, daardoor, als gevolg van, waardoor, hierdoor.
Slide 6 - Tekstslide
Laat de leerlingen deze signaalwoorden opschrijven en vraag of ze nog andere voorbeelden kennen.
Oefening: herken het tekstverband
Lees de volgende zin: 'Het vliegtuig landde veilig, omdat de piloot snel handelde.' Welk tekstverband wordt er gebruikt in deze zin?
Slide 7 - Tekstslide
Vraag de leerlingen om individueel of in groepjes te antwoorden en bespreek de antwoorden klassikaal.
Oefening: herken het signaalwoord
Lees de volgende zin: 'Doordat hij zijn huiswerk niet maakte, haalde hij een onvoldoende.' Welk signaalwoord wordt hier gebruikt?
Slide 8 - Tekstslide
Vraag de leerlingen om individueel of in groepjes te antwoorden en bespreek de antwoorden klassikaal.
Oorzaak of gevolg?
Lees de volgende zin: 'De brandweer bluste de brand en de bewoners konden veilig naar buiten.' Is 'De brandweer bluste de brand' een oorzaak of een gevolg?
Slide 9 - Tekstslide
Vraag de leerlingen om individueel of in groepjes te antwoorden en bespreek de antwoorden klassikaal.
Oefening: maak een zin met signaalwoord
Maak een zin met het signaalwoord 'als gevolg van'.
Slide 10 - Tekstslide
Vraag de leerlingen om individueel of in groepjes te antwoorden en bespreek de antwoorden klassikaal.
Oefening: vul het signaalwoord in
Vul het juiste signaalwoord in: 'Hij kon niet slapen, _____ hij had te veel koffie gedronken.'
Slide 11 - Tekstslide
Vraag de leerlingen om individueel of in groepjes te antwoorden en bespreek de antwoorden klassikaal.
Signaalwoorden in een tekst
Door het herkennen van signaalwoorden kun je beter begrijpen wat de schrijver bedoelt en hoe de tekst is opgebouwd.
Slide 12 - Tekstslide
Leg uit dat signaalwoorden helpen bij het begrijpen van de structuur van de tekst.
Oefening: herken signaalwoorden in tekst
Lees de volgende tekst en onderstreep alle signaalwoorden voor het tekstverband oorzaak en gevolg: 'Doordat het zo hard regende, werd het verkeer opgehouden. Hierdoor kwamen veel mensen te laat op hun werk.'
Slide 13 - Tekstslide
Vraag de leerlingen om individueel of in groepjes te antwoorden en bespreek de antwoorden klassikaal.
Oefening: vul de ontbrekende woorden in
Vul de ontbrekende woorden in: '______ de hond blafte, schrok de kat. Hierdoor sprong de kat op de vensterbank.'
Slide 14 - Tekstslide
Vraag de leerlingen om individueel of in groepjes te antwoorden en bespreek de antwoorden klassikaal.
Oefening: maak een goede zin
Maak een zin met een oorzaak en gevolg relatie.
Slide 15 - Tekstslide
Vraag de leerlingen om individueel of in groepjes te antwoorden en bespreek de antwoorden klassikaal.
Oefening: herken oorzaak en gevolg in een tekst
Lees de volgende tekst en beantwoord de vraag: 'Wat is de oorzaak en wat is het gevolg?' 'Het was erg druk op de snelweg, waardoor er een file ontstond.'
Slide 16 - Tekstslide
Vraag de leerlingen om individueel of in groepjes te antwoorden en bespreek de antwoorden klassikaal.
Oefening: vul signaalwoorden in
Vul de ontbrekende signaalwoorden in: 'Hij is moe, _______ hij heeft gesport.'
Slide 17 - Tekstslide
Vraag de leerlingen om individueel of in groepjes te antwoorden en bespreek de antwoorden klassikaal.
Oefening: herken oorzaak en gevolg in een tekst
Lees de volgende tekst en beantwoord de vraag: 'Wat is de oorzaak en wat is het gevolg?' 'De kinderen waren te laat op school omdat de trein vertraging had.'
Slide 18 - Tekstslide
Vraag de leerlingen om individueel of in groepjes te antwoorden en bespreek de antwoorden klassikaal.
Oefening: maak een goede zin
Maak een zin met een signaalwoord voor oorzaak en gevolg.
Slide 19 - Tekstslide
Vraag de leerlingen om individueel of in groepjes te antwoorden en bespreek de antwoorden klassikaal.
Signaalwoorden in een tekst
Door het herkennen van signaalwoorden kun je beter begrijpen wat de schrijver bedoelt en hoe de tekst is opgebouwd.
Slide 20 - Tekstslide
Leg uit dat signaalwoorden helpen bij het begrijpen van de structuur van de tekst.
Oefening: herken signaalwoorden in tekst
Lees de volgende tekst en onderstreep alle signaalwoorden voor het tekstverband oorzaak en gevolg: 'Doordat hij zo hard reed, kreeg hij een boete. Hierdoor moest hij zijn rijgedrag aanpassen.'
Slide 21 - Tekstslide
Vraag de leerlingen om individueel of in groepjes te antwoorden en bespreek de antwoorden klassikaal.
Laatste oefening
Maak een zin met een signaalwoord voor oorzaak en gevolg.
Slide 22 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 23 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 24 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 25 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.