Les 17: Funus - bijwoord
1 / 30
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Voor deze toets heb ik mij optimaal voorbereid
Ja!
Dat dacht ik, maar het viel toch tegen
Kon beter
Nee, het weer was veel te lekker
Slide 6 - Poll
Ik denk dat ik de tekst uit de toets goed begrepen heb.
Ja!
Ik heb alles kunnen vertalen, maar het resultaat was een gek verhaal
Euhm, ja, er stond iets in Latijn, toch?
Nope
Slide 7 - Poll
Slide 8 - Tekstslide
De vlugge dief vluchtte op zijn fiets
Bijwoord
Bijvoeglijk naamwoord
rap
snelle
Slide 9 - Sleepvraag
Sorores miserae lacrimant.
Sleep het rode woord naar de juiste plek:
Bijwoord
Bijvoeglijk naamwoord
miserae
Slide 10 - Sleepvraag
Frater irate clamavit
Sleep het rode woord naar de juiste plek:
Bijwoord
Bijvoeglijk naamwoord
irate
Slide 11 - Sleepvraag
Equi celeriter appropinquabant
Sleep het rode woord naar de juiste plek:
Bijwoord
Bijvoeglijk naamwoord
celeriter
Slide 12 - Sleepvraag
Animal ferox in arenam cucurrit
Sleep het rode woord naar de juiste plek:
Bijwoord
Bijvoeglijk naamwoord
ferox
Slide 13 - Sleepvraag
Hostes audacter pugnabant
Sleep het rode woord naar de juiste plek:
Bijwoord
Bijvoeglijk naamwoord
audacter
Slide 14 - Sleepvraag
Poma humili in arbore pendent
Sleep het rode woord naar de juiste plek:
Bijwoord
Bijvoeglijk naamwoord
humili
Slide 15 - Sleepvraag
Seniex vitam felicem agebat
Sleep het rode woord naar de juiste plek:
Bijwoord
Bijvoeglijk naamwoord
felicem
Slide 16 - Sleepvraag
Seniex vitam felicem agebat
Sleep het rode woord naar de juiste plek:
Bijwoord
Bijvoeglijk naamwoord
felicem
Slide 17 - Sleepvraag
Urbs longe abest
Sleep het rode woord naar de juiste plek:
Bijwoord
Bijvoeglijk naamwoord
longe
Slide 18 - Sleepvraag
Scilicet senex prudens gladium acrem prudenter tenet
Sleep het rode woord naar de juiste plek:
Bijwoord
Bijvoeglijk naamwoord
acrem
prudenter
prudens
Slide 19 - Sleepvraag
Fortasse culpa similis similiter poenam meret
Sleep het rode woord naar de juiste plek:
Bijwoord
Bijvoeglijk naamwoord
similis
similiter
Slide 20 - Sleepvraag
Viri in sedebant. Quo
rexerunt?
Sleep de bijvoeglijk naamwoorden en bijwoorden naar de juiste plek.
Bijwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Geen van beide
audaces
celeribus
audacter
equis
equos
Slide 21 - Sleepvraag
Slide 22 - Tekstslide
Mox exiit ex urbe.
Wat is de naamval van urbe in deze zin?
Wat is de naamval van urbe in deze zin?
A
ablativus
B
nominativus
C
dativus
D
genitivus
Slide 23 - Quizvraag
Agmen triste per vias iit.
Wat voor vorm is triste?
Wat voor vorm is triste?
A
nom. ev. onzijdig
B
acc. ev. onzijdig
C
bijwoord
D
1e pers. ev
Slide 24 - Quizvraag
Me felicem fecisti.
Welk geslacht heeft felicem?
Welk geslacht heeft felicem?
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
D
kun je niet weten
Slide 25 - Quizvraag
Nunc nox est, sed Lentulus dormire non potest.
Met welk woord zou je logischerwijs je Nederlandse vertaling kunnen beginnen, als je die vrijheid zou nemen?
Met welk woord zou je logischerwijs je Nederlandse vertaling kunnen beginnen, als je die vrijheid zou nemen?
A
Immers
B
Omdat
C
Terwijl
D
Hoewel
Slide 26 - Quizvraag
Fuit femina fortis et acris, ego autem lenis sum en aliquando pualum neglegens. Welke geslachten hebben fortis, acris, lenis en neglegens?
A
fortis, acris en lenis: v
neglegens: m
B
fortis en acris: v
lenis en neglegens: m
C
allen onzijdig
D
fortis en acris: o
lenis en neglegens: v
Slide 27 - Quizvraag
Verbis acriter me castigare poterat, si quicquam paulum neglegenter feceram.
Castigare, gebeurde dat vaak?
Castigare, gebeurde dat vaak?
A
Nooit
B
Eén keer
C
Regelmatig
D
Kun je niet weten
Slide 28 - Quizvraag
Irata voce Fabia respondet
Met welk woord congrueert irata?
Met welk woord congrueert irata?
A
respondet
B
Fabia
C
voce
D
Fabia en voce
Slide 29 - Quizvraag
Subito apparet ei uxoris umbra
Welke naamval heeft ei?
Welke naamval heeft ei?
A
Genitivus
B
Dativus
C
Accusativus
D
Ablativus
