4KB - H3 werkloos. Economisch bekeken.

H3 Werkloos
Economisch bekeken
4KB







Curio Steenspil Halsteren.
A. de Bie



1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H3 Werkloos
Economisch bekeken
4KB







Curio Steenspil Halsteren.
A. de Bie



Slide 1 - Tekstslide

Onderwerpen
- Vraag en aanbod van arbeid.  (§1)
- De vormen van werkloosheid en de oorzaken. (§2)
- De concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven en de invloed op de werkgelegenheid. (§3)
- De invloed van bestedingen op de werkloosheid. (§4)
- Ingrijpen van de overheid tegen werkloosheid. (§5)
- Verdeling van arbeidsplaatsen. (§6)

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Vraag en aanbod van arbeid
Aanbod van arbeid = de beroepsbevolking.
Iedereen tussen de 15 en de 75 jaar die werkt of opzoek is naar werk.

Vraag naar arbeid = werkgelegenheid
Alle bezette en onbezette arbeidsplaatsen bij elkaar

Slide 4 - Tekstslide

Vacatures (onbezette arbeidsplaatsen)
Werkgelegenheid
Alle bezette banen en onbezette arbeidsplaatsen bij elkaar. 
Bezette arbeidsplaatsen.

Slide 5 - Tekstslide

Werklozen die werk zoeken
Beroepsbevolking

Beroepsbevolking:
Alle mensen tussen 15 en 75 jaar die werken of willen werken

Werkzame    beroepsbevolking:
Het werkzame deel van de beroepsbevolking

Slide 6 - Tekstslide

De arbeidsmarkt

De vraag naar arbeid en het aanbod van arbeid bij elkaar!


Werkgevers vragen naar arbeid

Werknemers bieden zich aan voor arbeid

Slide 7 - Tekstslide

Krappe  en ruime arbeidsmarkt
Krappe arbeidsmarkt = tekort
 Bedrijven kunnen lastig personeel vinden.  Er is meer vraag dan aanbod. 

Ruime arbeidsmarkt = overschot
Bedrijven kunnen gemakkelijk personeel vinden. Er is meer aanbod dan vraag

Slide 8 - Tekstslide

Arbeidsjaar
1 arbeidsjaar = de tijd die iemand met een fulltime baan in een jaar werkt.
Werk je 5 dagen per week = 1 arbeidsjaar.
Werk je 4 dagen per week = 4:5 = 0,8 arbeidsjaar
Werk je 3 dagen per week = 3:5 = 0,6 arbeidsjaar.

Als er mensen parttime werken, zijn er meer mensen nodig om 1 arbeidsjaar te vullen.

Slide 9 - Tekstslide

Soorten werkloosheid
Regionale werkloosheid
Wanneer de werkloosheid in een bepaald gebied hoger is dan gemiddeld.
Seizoenswerkloosheid
Werkloosheid  door minder werkgelegenheid in een seizoen.
Structurele werkloosheid
Werkloosheid doordat de manier van produceren veranderd of de baan niet goed past bij de persoon.
Frictiewerkloosheid
Werkloosheid tussen een studie en een baan in of tussen twee banen in.

Slide 10 - Tekstslide

Concurrentiepositie 
De concurrentiepositie geeft aan hoe goed een bedrijf het doet ten opzichte van andere bedrijven (concurrenten).

Hoe kun je deze verbeteren?
- Een lagere prijs hebben.
- Een kwalitatief beter product. 

Slide 11 - Tekstslide

Concurrentiepositie en werkloosheid 
Hoe kun je deze verbeteren?
- Een lagere prijs hebben. 
Door lagere kosten, nieuwere machines en langere bedrijfstijd.

Een bedrijf kan ook arbeidsduurverkorting (ADV) doorvoeren. Zo werken mensen minder lang, zijn er meer mensen nodig en blijven de kosten gelijk. 

Slide 12 - Tekstslide

De bestedingen
De werkloosheid stijgt als de bestedingen dalen.
De bestedingen bestaan uit:
- consumptie
- investeringen
- aankopen van de overheid
- export

Slide 13 - Tekstslide

Laag en hoogconjunctuur
Laagconjunctuur = weinig bestedingen
In een laagconjunctuur  is er veel werkloosheid, dit heet dan conjuncturele werkloosheid. 
Weinig bestedingen -> weinig productie -> weinig werknemers nodig -> meer werkloosheid

Hoogconjunctuur = veel bestedingen
In een hoogconjunctuur daalt de werkloosheid weer.

Slide 14 - Tekstslide

Loon-prijsspiraal
In een hoogconjunctuur kan er een loon-prijsspiraal ontstaan.
Lonen gaan omhoog --> prijs van product gaat omhoog --> mensen willen meer loon --> loon gaat omhoog -->  prijs product gaat omhoog.

Slide 15 - Tekstslide

Meer kansen op werk 

Er is minder werkloosheid als vraag en aanbod beter op elkaar aansluiten, dit kan door:
- werkgevers betalen mee aan kinderopvang.
- Er zijn flexibele werktijden.
- Werknemer volgt een studie / cursus
- Je leert hoe je kunt solliciteren

Slide 16 - Tekstslide

Overheidsingrijpen
De overheid kan het de werkloosheid verminderen door:
- Lagere sociale premies invoeren.
- De overheid gaat zelf geld uitgeven.
- De overheid kan de belasting verminderen.
- De overheid betaald loonkostensubsidie 

Slide 17 - Tekstslide

Man - vrouw
Autochtoon - allochtoon 
Fulltime - parttime 
Meer kans op werk

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide