4.6 Momenten in menselijk lichaam (opg.35-36)

4.6 Momenten in menselijk lichaam
Opgave 35-36
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

4.6 Momenten in menselijk lichaam
Opgave 35-36

Slide 1 - Tekstslide

Een voorwerp staat stil. De wetten die gelden zijn:
A
Alleen de hefboomwet
B
Hefboomwet of de eerste wet van Newton
C
Hefboomwet en de eerste wet van Newton
D
Alleen de eerste wet van Newton

Slide 2 - Quizvraag

De eerste wet van Newton geldt alleen als een voorwerp stil staat.
A
Eens
B
Oneens

Slide 3 - Quizvraag

De hefboomwet en de eerste wet van Newton gaan over 'niet bewegen', met welk verschil?
timer
1:00

Slide 4 - Open vraag

Opgave 35a-b: Zwaartepunt?

Slide 5 - Tekstslide

Even spieken bij het antwoord..

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Man: hoger en verder naar voren

Slide 9 - Tekstslide

35c. Moment zwaartekracht man rechtom

Slide 10 - Tekstslide

36a. Waar ligt het zwaartepunt?
A
in punt A
B
in punt B
C
in punt C
D
in punt D

Slide 11 - Quizvraag

36a
In evenwicht dus recht boven het steunpunt.

Slide 12 - Tekstslide

36b
  • Draaipunt O
  • (Werklijn)
  • Arm blauw meten: 0,90cm
  • 0,46 . rwerkelijk = 0,90
  • r = 1,95 cm
  • M = F . r = 20 . 0,0195
  • M = 0,391 = 0,39 N.m

Slide 13 - Tekstslide

Opgave 36c

Slide 14 - Tekstslide

36c. Hefboom- / momentenwet
Mrechtsom = Mlinksom
Fn . rn = Fp . rp
250 . 2,4 = Fp . 0,7
Fp = 8,5 . 102 = 9 . 102 N

Slide 15 - Tekstslide

Opgave 36d
  • En nu weer de eerste wet van Newton voor de voet:
  • De normaalkracht in R is even groot als de zwaartekracht FR = Fzw
  • Dus is de kracht in Q groter.

Slide 16 - Tekstslide

Toets
SO Momenten (telt 2x)
over 4.4 t/m 4.6
op school donderdag 25 maart om 15:15
50 minuten voor 6 vragen

Slide 17 - Tekstslide