5 minuten - in 2-tallenKies iets waarvan je de omtrek kunt meten
Schat de omtrek
Maak een tweede schatting met een hulpmiddel: een stap, handen, voeten, aantal tafeltjes, geodriehoek, een schoenveter.
Meet de omtrek met een meetlint, of rolmaat.
Vergelijk met de resultaten van andere groepjes.