2.6 skelet en leefwijze

§ 2.6  Skelet en leefwijze
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

§ 2.6  Skelet en leefwijze

Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van deze les kan je:
  • uitleggen wat de leefwijze met het skelet te maken heeft.
  • uitleggen hoe een vorm van het skelet samenhangt met de leefomgeving/leefwijze.
  • uitleggen hoe verschillende soorten dieren op het land bewegen.
  • uitleggen hoe ongewervelde dieren bewegen.
  • het verschil uitleggen tussen top-, teen- en zoolgangers



Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Skelet en leefwijze

Verschillende soorten skeletten lijken op elkaar. 


Gewervelde dieren hebben een  wervelkolom, schedel en ribben.


Vaak dezelfde botten in de ledematen, maar de vorm verschilt, dat heeft te maken met de leefwijze


Slide 5 - Tekstslide

Gewervelde dieren
1. Wervelkolom beweegt heen en weer. [reptielen, amfibiën en vissen]

2. Wervelkolom beweegt op en neer. [vogels en zoogdieren]

Slide 6 - Tekstslide

Ongewervelde dieren
  • Slak glijdt over slijmspier.
  • Water uit schelp spuiten.
  • Spieren aan binnenkant skelet bij geleedpotigen.

Slide 7 - Tekstslide

Topgangers, zoolgangers en teengangers. 
Tot welke groep horen wij?

Welke dieren kun je bij de 
andere groepen bedenken?

Slide 8 - Tekstslide

Teenganger: lopen op tenen, hond, kat en tijger zijn voorbeelden
Hoefgangers/topgangers: lopen op toppen van tenen, met een hoef eromheen. Lange poten, kunnen heel hard lopen.

Slide 9 - Tekstslide

Zoolgangers
  • De mens is een zoolganger
  • Ze lopen op de hele voet
  • Staan stevig op de grond.
  • Kunnen daardoor op achterpoten staan. 

Slide 10 - Tekstslide

Opdrachten
Maak opdrachten 4, 8, 9, 11 en 21.

Klaar? Maak samenvatten in je werkboek (achterin hoofdstuk 2)

Slide 11 - Tekstslide