4H 2: Levenswijze jagers en verzamelaars: hypotheses

1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Verwachting: JdW-klimwijzer

Slide 2 - Tekstslide

Telefoon in je zakkie!

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Geef een omschrijving van het begrip: "Kenmerkend aspect"

Slide 6 - Open vraag

Kenmerkende aspecten
Een kenmerkend aspect is de kortst mogelijke samenvatting van de hoofdgebeurtenissen die in een bepaald tijdvak hebben plaatsgevonden. Een kenmerkend aspect is dus een ‘aspect’ en een ‘kenmerkend’ van een tijdvak. 
Met ‘aspect’ wordt bedoeld: een onderdeel of kant van een tijdvak. 
‘Kenmerkend’ verwijst naar het feit dat deze hoofdgebeurtenissen uniek zijn voor een tijdvak waardoor de tijdvakken zich van elkaar onderscheiden. 

Elk kenmerkend aspect is ingedeeld bij één van de tien tijdvakken. Deze tien tijdvakken hebben, waar mogelijk, afgeronde jaartallen en vallen de begin- en eindpunten van tijdvakken precies op belangrijke keerpunten (grootschalige historische ontwikkelingen, veranderingen of belangrijke gebeurtenissen).

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Kenmerkend aspect 1: "Levenswijze van Jagers en verzamelaars"
De samenvatting:  Zij deden aan jagen en verzamelen

Slide 11 - Tekstslide

Kennis over jagers verzamelaars
Onze kennis is gebaseerd op een combinatie van:
1. Materiële vondsten uit de tijd zelf (bronnen)
2. Observaties van jagers en verzamelaars die nu nog bestaan

Op basis hiervan worden hypotheses opgesteld, maar deze kunnen heel sterk zijn (veel bewijs) maar ook heel zwak (weinig bewijs)

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Wat is een hypothese?

Slide 14 - Open vraag

Definitie hypothese

Een onderzoeksvraag in de vorm van een stelling die nog niet (empirisch) is bewezen en dient als uitgangspunt voor een onderzoek/experiment/waarneming

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht
1) lees de hypotheses op het opdrachtenvel.
2) We kijken gezamenlijk twee fragmenten.
3) Na elk fragment vullen jullie de hypotheses in.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Verdeling in de tijd
Prehistorie
Pre = voor
Historie = geschiedenis
Ongeschreven bronnen
Historie
Geschiedenis waarin men het schrift gebruikt.
Geschreven bronnen

Slide 29 - Tekstslide

Welke antwoorden geven een goede uitleg van de periode prehistorie?
A
De tijd dat mensen kunnen lezen en schrijven
B
De periode loopt van het ontstaan van de eerste mens tot uitvinding van schrift
C
De periode loopt van het ontstaan van schrift tot nu
D
De tijd dat mensen niet kunnen lezen en schrijven

Slide 30 - Quizvraag

Jager-verzamelaars samenleving

  • Nomaden = mensen zonder vaste woonplaats
  • Autarkisch (zelfvoorzienend) 
  • Leven in grotten/eenvoudige tenten/hutten
  • Weinig bezit
  • Kleine groepen: 20-50 personen en geen sociale verschillen (egalitair) 
  • Mogelijke vorm van religie (hiernamaals)

Landbouw/agrarische samenleving

  • Sedentaire leefwijze = vaste verblijfplek
  • Autarkisch (zelfvoorzienend)
  • Stevige huizen
  • Bezit verzamelen
  • ‘Grote’ groepen met sociale verschillen (Hiërarchie: aanzien- en machtsverschillen)
  • Vorm van religie (leven na de dood)

Slide 31 - Tekstslide

Landbouw = Veeteelt

Dieren 'domesticeren'
+ Akkerbouw

Plantjes verbouwen op een akker

Slide 32 - Tekstslide

Deze prent hoort bij:
A
Jagers & verzamelaars
B
Eerste boeren

Slide 33 - Quizvraag

Slide 34 - Tekstslide

Uit deze bron kun je de volgende conclusie trekken: ‘De Klokbekercultuur was een landbouwsamenleving.’
(T1 x 2p) Ondersteun deze conclusie met behulp van de bron.

Slide 35 - Open vraag

Slide 36 - Tekstslide


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 37 - Open vraag


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 38 - Open vraag

Slide 39 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
Een kenmerkend aspect is de kortst mogelijke samenvatting van de hoofdgebeurtenissen die in een bepaald tijdvak hebben plaatsgevonden. Een kenmerkend aspect is dus een ‘aspect’ en een ‘kenmerkend’ van een tijdvak. 
Met ‘aspect’ wordt bedoeld: een onderdeel of kant van een tijdvak. 
‘Kenmerkend’ verwijst naar het feit dat deze hoofdgebeurtenissen uniek zijn voor een tijdvak waardoor de tijdvakken zich van elkaar onderscheiden. 

Elk kenmerkend aspect is ingedeeld bij één van de tien tijdvakken. Deze tien tijdvakken hebben, waar mogelijk, afgeronde jaartallen en vallen de begin- en eindpunten van tijdvakken precies op belangrijke keerpunten (grootschalige historische ontwikkelingen, veranderingen of belangrijke gebeurtenissen).

Slide 40 - Tekstslide

Instructie: historische vaardigheden
Domein A:  Historisch Besef (historisch denken en redeneren) 
De leerlingen kunnen historisch denken en redeneren binnen de volgende drie hoofdclusters:
- Tijd (chronologie, causaliteit, continuïteit & verandering)
- Interpretatie (standplaatsgebondenheid, bron en vraagstelling; bruikbaarheid, betrouwbaarheid en representativiteit)
- Betekenis voor nu (betekenis geven aan en oordelen over het verleden)

Domein B: Oriëntatiekennis (welke kennis moet je hebben en kunnen toepassen in een onbekende situatie)
De kandidaat kan voor elk van de tien tijdvakken:
- de kenmerkende aspecten voor ieder tijdvak noemen;
- bij elk kenmerkend aspect van een tijdvak een passend voorbeeld geven van een gebeurtenis, ontwikkeling, verschijnsel of handeling dan wel gedachtegang van een persoon en dit voorbeeld gebruiken om het betreffende aspect te verduidelijken;
- uitleggen hoe kennis van het betreffende tijdvak de oriëntatie op de hedendaagse werkelijkheid beïnvloedt;


Slide 41 - Tekstslide