§6 Uitdrukkingen en collocaties

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

§6 Uitdrukkingen en collocaties

Verandering InsulaCollege m.i.v. volgend schooljaar

Huiswerkcheck

§2 opdracht 1 en 2

§5 opdracht 1 en 2

Lesdoel:

* Je leert de betekenis van een aantal thematische uitdrukkingen.

* Je leert verschillende collocaties herkennen en gebruiken.

Uitdrukking - vast groep woorden met een figuurlijke betekenis, meestal kun je de vorm aanpassen: de kluts kwijtraken -> ik raak de kluts kwijt, hij raakte de kluts kwijt.

Thematische uitdrukkingen - aantal uitdrukkingen over één onderwerp.

Collocatie (min of meer) vaste combinatie van woorden, zoals een beslissing nemen en willens en wetens.

Wat is het beeld in de volgende zin:
Bram is de wandelende encyclopedie van de klas.

1. Bram
2. de wandelende encyclopedie
3. de klas

Welk woord is niet letterlijk bedoeld?
De storm huilde om het huis.

1. De storm
2. huilde
3. het huis.

Hoe noemen we de vorm van beeldspraak in de volgende zin:
De storm huilde om het huis alsof hem iets werd aangedaan.

1. metafoor
2. personificatie - iets krijgt menselijke eigenschappen

Lees dit verhaal eens door.

De twee vriendinnen Vera en Lynn kunnen meestal heel goed samen door één deur. Ze steunen elkaar door dik en dun.

Ze hebben ruzie als er een van de twee met het verkeerde been uit bed is gestapt. Dan is niets goed en maken ze van een mug een olifant. Gelukkig gaat dat snel voorbij en is alles weer koek en ei. De vriendinnen zitten niet bij elkaar onder de plak.

Schrijf de antwoorden op

drijven / hakken / stoppen / lopen / springen

in de doofpot.....

uit je vel.....

op rolletjes.....

in de pan.....

in het nauw.....

Wat gaan we doen?

Open je methodeboek op bladzijde 102.

We maken gezamenlijk opdracht 1.  

Daarna lezen we klassikaal tekst 1 en maken jullie opdracht 2. 

Lesdoel

Aan het einde van deze les weet je wat uitdrukkingen en collocaties zijn.

Tijd over? --> dilemma op dinsdag

Vergeet morgen je leesboek niet!