BK_1.3 Ademhalen_wk39/40

Welkom allemaal!
Telefoon in de telefoontas
Biologieboek + laptop op tafel

Vandaag: 1.3 Ademhalen
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Welkom allemaal!
Telefoon in de telefoontas
Biologieboek + laptop op tafel

Vandaag: 1.3 Ademhalen

Slide 1 - Tekstslide

Dierenfeitje van de dag!
Koala's slapen ongeveer 18 uur per (of langer) per dag!

Ze zijn erg kieskeurig: ze lusten maar een paar soorten eucalyptus.

Kieskeurig qua soort, maar ook qua blaadjes! Hij vindt de juiste blaadjes door goed te ruiken.

Jonge koala's eten eerst de drollen van hun moeder omdat eucalyptus te giftig is. Hierdoor krijgt hij bacteriën in zijn buik, waardoor hij eucalyptus kan eten!

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling regels
  • We gaan respectvol met elkaar om
  • We komen om op tijd
  • We houden het lokaal netjes 
  • Ik lach met anderen, maar niet om anderen.
  • In onze klas zit niemand alleen.
  • Telefoon gaat aan het begin van de les in de telefoontas.
  • Als ik een vraag heb, steek ik mijn vinger op.
  • We blijven van elkaar(s spullen) af
  • We hebben onze spullen mee: opgeladen laptop, biologieboek, pen en potloden.
  • We maken ons huiswerk!


Slide 3 - Tekstslide

Planning
Leerdoelen
Herhaling 1.1 & 1.2 + demopracticum
Uitleg 1.3 Ademhalen
Check
Aan het werk + Huiswerk check
Leerdoelen herhalen

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
1.3.5 Je kunt de werking van de longblaasjes beschrijven.
1.3.6 Je kunt de verschillen noemen tussen ingeademde lucht en uitgeademde lucht.
1.3.7 Je kunt beschrijven hoe een inademing en een uitademing tot stand komen.

Slide 5 - Tekstslide

Neusholte
Mondholte
Keelholte
Strottenhoofd
Luchtpijp
Bronchiën
Long
Middenrif
Luchtpijptakje
Longblaasje

Slide 6 - Sleepvraag

Brandstof van een kaars is kaarsvet. Hoe heet de brandstof die mensen nodig hebben?
A
Ammoniak
B
Koolzuur
C
Glucose
D
Stikstof

Slide 7 - Quizvraag

Hoe kom je aan die brandstof?
A
Dit komt vrij bij het sporten.
B
Je lichaam maakt dit aan.
C
Door te eten.

Slide 8 - Quizvraag

Hoe meer je je inspant, hoe X verbranding er plaatsvindt.

Wat moet er bij X komen te staan?
A
Meer
B
Minder

Slide 9 - Quizvraag

+
+
+
Verbranding
Koolstofdioxide
Energie
Water
Brandstof
Zuurstof

Slide 10 - Sleepvraag

Demopracticum

Slide 11 - Tekstslide

Uitleg 1.3 Ademhalen
1.3.5 Je kunt de werking van de longblaasjes beschrijven.
1.3.6 Je kunt de verschillen noemen tussen ingeademde lucht en uitgeademde lucht.
1.3.7 Je kunt beschrijven hoe een inademing en een uitademing tot stand komen.

Slide 12 - Tekstslide

1.3.5 Je kunt de werking van de longblaasjes beschrijven.

Door in- en uitademen komt er verse lucht in je longen.

Je kunt inademen via je borst of buik.

Aan de uiteinden van de vertakkingen van de bronchiën zitten longblaasjes

Slide 13 - Tekstslide

1.3.5 Je kunt de werking van de longblaasjes beschrijven.

Rondom de longblaasjes zit een netwerk van kleine bloedvaatjes: de longhaarvaten.

Haarvaten zijn de kleinste bloedvaatjes die je hebt!


Slide 14 - Tekstslide

1.3.5 Je kunt de werking van de longblaasjes beschrijven.

In de longblaasjes: lucht
In de longhaarvaatjes: bloed

Wanden zijn erg dun. Daardoor kunnen zuurstof en koolstofdioxide makkelijk tussen de wanden heen.

Zuurstof wordt opgenomen in het bloed
Koolstofdioxide wordt via de wanden afgegeven aan de lucht.



Slide 15 - Tekstslide

Wat wordt door de wanden opgenomen?
A
Zuurstof
B
Koolstofdioxide

Slide 16 - Quizvraag

1.3.6 Je kunt de verschillen noemen tussen ingeademde lucht en uitgeademde lucht.

De opname van zuurstof en de afgifte van koolstofdioxide via de longblaasjes noem je gaswisseling.

De longblaasjes hebben samen een heel groot oppervlak. Daardoor gaat gaswisseling snel.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

1.3.6 Je kunt de verschillen noemen tussen ingeademde lucht en uitgeademde lucht.

Zuurstof + brandstof ⮕ energie + koolstofdioxide + water

Zuurstof neem je op, koolstofdioxide adem je uit!

Slide 19 - Tekstslide

1.3.6 Je kunt de verschillen noemen tussen ingeademde lucht en uitgeademde lucht.

Bij de ademhaling gebruik je de ademhalingsspieren.

Middenrif
Buikspieren
Tussenribspieren
Spieren bij sleutelbeen (als je diep inademt).

Slide 20 - Tekstslide

1.3.7 Je kunt beschrijven hoe een inademing en een uitademing tot stand komen.
Kan op twee manieren:

Borstkas
Buik

Slide 21 - Tekstslide

1.3.7 Je kunt beschrijven hoe een inademing en een uitademing tot stand komen.
Inademen:
Tussenribspieren spannen zich aan waardoor de ribben en het borstbeen omhoog bewegen. Borstholte / longen worden groter.

Uitademen:
Tussenribspieren ontspannen: ribben en borstbeen omlaag. Borstholte en longen worden kleiner.

Slide 22 - Tekstslide

1.3.7 Je kunt beschrijven hoe een inademing en een uitademing tot stand komen.
Inademen:
Middenrif trekt zich samen waardoor het omlaag beweegt: borstholte groter. Middenrif gaat omlaag.

Uitademen:
Middenrif ontspant. Borstholte en longen worden kleiner.

Bij gewone, rustige ademhaling vindt zowel borst- als buikademhaling plaats.

Slide 23 - Tekstslide

Aan het werk + huiswerk check
Maken: 1.3 Ademhalen opdrachten 1 t/m 9 (blz. 25-34)
Huiswerk check: 1.1 & 1.2

Op welke manier? Alleen of in tweetallen
Klaar? Lees 1.4 door
Hulp? Lees de tekst en vraag een klasgenoot.
Komen jullie er niet uit? Steek je vinger op.

Uitkomst? We gaan het samen nakijken.
Tijd? Zie bord

timer
1:00

Slide 24 - Tekstslide

Leerdoelen
1.3.5 Je kunt de werking van de longblaasjes beschrijven.
1.3.6 Je kunt de verschillen noemen tussen ingeademde lucht en uitgeademde lucht.
1.3.7 Je kunt beschrijven hoe een inademing en een uitademing tot stand komen.

Slide 25 - Tekstslide